AMSTERDAM - Het was toch een beetje een anti-climax. Van de indrukwekkende lijst getuigen die de verdediging in de diamantfraudezaak wilde horen, bleef weinig over. De rechtbank zag gisteren geen reden om ABN Amro-topman Rijkman Groenink opnieuw als getuige te laten opdraven. De verdediging kan daarmee een aanklacht van meineed tegen Groenink vergeten. Ook voormalig bestuursvoorzitter Jan Kalff mag thuisblijven, alsmede andere ABN Amro-toppers.
|
Groenink en Kalff. (Foto: CAPITAL PHOTOS)
|
De verdediging zette grote vraagtekens bij de getuigenverklaring van Groenink afgelopen week donderdag. Daarin stelde de topman dat het van meet af aan vaststond dat de bank aangifte zou doen van de geruchtmakende miljoenenfraude bij het filiaal aan de Amsterdamse Sarphatistraat.
Voor de televisiecamera van AT5 zou Groenink in 1997 echter het tegendeel hebben gezegd, zo beweerden althans de advocaten, die zelfs het woord 'meineed' in de mond namen. Na het gewraakte fragment te hebben bekeken, deelde de rechtbank die mening echter niet. "De opname van AT5 vormt geen redelijke grond voor de aanname dat de getuige niet de waarheid heeft gesproken", aldus de rechtbank. Exit Groenink.
Ook oud-bestuursvoorzitter Jan Kalff en voormalig directeur-generaal Gerard Kalff hoeven geen verklaring af te leggen. De bank mag bovendien de uittreksels van de notulen van de raad van bestuur houden. Ook daarom had de verdediging gevraagd in hun poging te bewijzen dat de bank nooit van plan is geweest aangifte te doen, maar daartoe werd gedwongen na een onthullend artikel in De Telegraaf.
De reactie van ABN Amro gisteren: "Uit het oordeel blijkt dat de rechtbank door het rookgordijn kijkt dat de verdediging heeft opgetrokken. Dat stemt tevreden. De aandacht is nu weer bij de kern: een grote fraude en vier verdachten."
Justitie verdenkt vier voormalige bankmedewerkers van het verduisteren van bijna 180 miljoen. Via gesjoemel met gecodeerde rekeningen op het Sarphati-filiaal is die som geld verdwenen.
De verdediging had Gerard Kalff, destijds bij ABN Amro verantwoordelijk voor het Nederlandse kantorennet, willen vragen naar de afwikkeling van een intern rapport in 1995. Dat duidde er al op dat het aan de Sarphatistraat een zooitje was. Ingegrepen werd er echter niet.
Hoewel de top van ABN Amro zich niet naar de rechtbank hoeft te begeven, is het hoofdstuk echter nog niet afgesloten voor de bank. De rechter heeft namelijk wel toestemming gegeven om twee gedupeerde klanten en een medewerker van Concern Veiligheidszaken van ABN Amro op te roepen als getuige. Met name de laatste moet duidelijkheid geven op de vraag hoe het interne onderzoek is gevoerd.
"De rechtbank wil kennelijk terug naar de rechtmatigheid van verklaringen in dat onderzoek", stelde de raadsheer van hoofdverdachte Peter S gisteren.
De verdachten hebben steeds beweerd dat hen door de interne onderzoeker was verzekerd dat de bank geen aangifte ging doen. Op basis van deze toezegging hebben ze mogelijk hun medewerking verleend.