UTRECHT - Werknemers in onder meer de gezondheidszorg, het openbaar vervoer of de detailhandel, die op hun werk klappen van patiënten, reizigers of klanten krijgen, kunnen hun werkgever met succes aansprakelijk stellen voor de schade die ze hierbij hebben opgelopen.
Het betreft zowel letsel- als psychische schade. Aangetoond moet dan worden dat de werkgever tekort is geschoten in de verplichting om de risico's zo klein mogelijk te houden.
Dat is het gevolg van een uniek vonnis in een opmerkelijke zaak waarbij de nu 38-jarige verpleegkundige Jolanda (om privacy-redenen een gefingeerde naam) van psychiatrisch centrum Bloemendaal in Den Haag het ziekenhuis aansprakelijk heeft gesteld nadat zij tijdens een avonddienst ernstig door een psychiatrisch patiënt was mishandeld.
Na een slepende procedure moet het ziekenhuis een schadevergoeding van 300.000 netto en de proceskosten betalen.
Door de mishandeling is Jolanda gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt, kan zij niet meer fulltime werken en kan zij haar studie niet meer voortzetten.
Volgens haar advocaat, mr. H. W. Lijftogt van CMS Derks Star Busmann Hanotiau Advocaten in Utrecht, is de uitspraak van groot belang voor alle werknemers die het risico lopen het slachtoffer van agressie en mishandeling te worden. "Als er klappen vallen die hadden kunnen worden voorkomen, moet de schade worden vergoed", aldus mr. Lijftogt.
Op de bewuste avond moet Jolanda bij de meest gewelddadige groep van het ziekenhuis haar dienst draaien met twee uitzendkrachten: een ziekenverzorgende zonder enige ervaring in de psychiatrie en een net afgestudeerde HBO-Vster. Hoewel Jolanda bezwaar tegen deze zwakke bezetting maakt, moet zij gewoon haar dienst draaien.
Als een van de uitzendkrachten een klap van een gewelddadige patiënt krijgt, komt Jolanda tussenbeide en voert de patiënt af naar zijn kamer, waar het incident echter volledig escaleert.
De onervaren uitzendkrachten, bang en niet goed wetend wat te doen, reageren niet op haar hulpgeroep. Bovendien zijn deze hulpkrachten niet op de hoogte van de werking van de alarminstallatie en Jolanda kan het niet zelf in werking stellen, omdat dat op de kamer van de patiënt niet mogelijk is.
De patiënt houdt pas op te mishandelen als na enige tijd de uitzendkrachten in de deuropening verschijnen, waarna er hulp van elders kan worden ingeroepen. Het incident wordt bij de directie van het ziekenhuis gemeld, maar deze ziet geen reden een onderzoek in te stellen of zelfs maar de Arbodienst op de hoogte te stellen.
Aangezien de patiënt geen cent heeft, besluit Jolanda om samen met haar raadsman het ziekenhuis aansprakelijk te stellen, die aanvankelijk iedere aansprakelijkheid rigoureus van de hand wijst. Dit terwijl in de wet is vastgelegd dat "iedere werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werknemers heeft".
Een door de rechter gevraagd deskundigenonderzoek wijst uit dat de kwaliteit van de bezetting tijdens de bewuste avonddienst ernstig tekort schoot. "Een ziekenverzorgster heeft op zo'n afdeling niets te zoeken, uitzendkrachten zijn onbekend met de plaatselijke situatie en hbo-verpleegkundigen moeten eerst voldoende praktijkervaring voor dit soort werk hebben opgedaan", zo rapporteren de experts.
Het ziekenhuis verweert zich door erop te wijzen dat ze niet voldoende personeel heeft om aan de zogenoemde 'normbezetting' te voldoen. Maar de rechtbank oordeelt: "Het enkele feit dat het voor het ziekenhuis niet mogelijk was formatieplaatsen met uitsluitend ervaren (eigen) verpleegkundigen te vervullen en zij noodgedwongen een beroep op (minder ervaren) uitzendkrachten moest doen, kan aan haar verantwoordelijkheid om personeel tijdens de werkzaamheden een redelijke maat van veiligheid te bieden, niet afdoen."