AMSTERDAM - Er is grote onduidelijkheid gerezen over de reikwijdte van de horeca-cao. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zou 'sjoemelen' met de werknemersaantallen in de sector om zo zeker te zijn van een algemeen verbindend verklaring (avv). Dat blijkt uit een accountantsverklaring van PricewaterhouseCoopers (PWC).
KHN heeft onlangs bij het ministerie van Sociale Zaken opnieuw avv aangevraagd voor de horeca-cao. Hierdoor zou de cao, afgesloten met FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond, van kracht worden voor de gehele bedrijfstak. Dus ook voor werkgevers en werknemers die geen cao-partij zijn. Tevens verzekert een avv dat álle ruim 30.000 werkgevers in de horecasector premies afdragen aan de scholings- en werkgelegenheidsfondsen.
De wet vereist dat een cao waarvoor avv wordt aangevraagd, minimaal 60% van alle werknemers in de bedrijfstak vertegenwoordigt. KHN stelt dat zijn achterban ruim 65% (296.000) van alle werknemers (453.000) in dienst heeft. Dit representativiteitspercentage wordt door Deloitte&Touche op verzoek van KHN in een accountantsverklaring bevestigd.
|
Rene Boerdam
|
De concurrerende maar veel kleinere werkgeversvereniging Nederlands Horeca Gilde (NHG) heeft bij het ministerie bezwaar aangetekend tegen de avv-aanvraag. In de horeca zouden niet meer dan "rond de 250.000 werknemers werkzaam zijn". Opvallend is dat het Gilde zich hierbij baseert op een accountantsverklaring van PWC. Er is volgens een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken "nog nooit eerder bij een avv-aanvraag sprake geweest van twee tegenstrijdige accountantsverklaringen".
PWC zelf onderzocht onder meer cijfers van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en het Bedrijfschap Horeca en Catering. Bij de laatste instantie worden alle werkgevers middels een inschrijfplicht geregistreerd. Horeca Nederland haalt ook het bedrijfschap aan, maar noemt het GAK als belangrijkste bron.
Beleidsmedewerker Paul Schoormans bevestigt dat de gegevens van het GAK cruciaal zijn in wat Horeca Nederland "een sluitende systematiek van authentieke bronnen" noemt. Het GAK zou de meest betrouwbare cijfers leveren. "Wij tellen alle hoofden, niet alleen de voltijdbanen, maar ook mensen die misschien maar een week per jaar hebben gewerkt en dan kom je veel hoger uit. Uitzendwerkers tellen we overigens niet mee", aldus Schoormans.
Het GAK liet gisteren echter desgevraagd weten dat "alleen cijfers beschikbaar zijn van momentopnamen en niet op jaarbasis worden verstrekt. Het zou ook per maand kunnen maar dat doen we nooit." De laatste meting werd medio 2000 verricht. Het GAK turfde toen, volgens een woordvoerder, 254.000 werknemers in de horeca. Een getal dat ook ver af ligt van 453.000 die KHN opvoert bij het ministerie.
Volgens René Boerdam, voorzitter van het Gilde, "liegt Horeca Nederland dat ze barst. Hun cijfers zijn duidelijk gefalsificeerd aangeleverd". Van Dinther benadrukt dat het Gilde door het avv'en nieuwe leden mis loopt. De ledenaanwas zou stagneren omdat nieuwe leden tijdens de avv-periode geen belang hebben lid te worden. Ze kunnen dan immers geen gebruik maken van de cao-voorwaarden die het Gilde met de obscure Rotterdamse vakbond LBV heeft afgesproken.