RIJSWIJK - Opluchting overheerste afgelopen weekend bij de meeste eredivisieclubs. Na maanden van onderhandelen was er eindelijk een akkoord over de verdeling van de televisiegelden. Een definitief jawoord aan een bod van 120.5 miljoen gulden van de NOS, Canal+ en KPN betekent wel dat de verschillen tussen de drie topclubs en de rest groter worden.
Bij normale prestaties strijken PSV, Ajax en Feyenoord ruim 10 miljoen gulden aan televisierechten op. Dat is ongeveer het dubbele van wat ze op dit moment aan het bestaande mediacontract verdienen. Voor de andere eredivisieverenigingen is de stijging procentueel ongeveer gelijk.
In absolute zin zijn de verschillen echter groot. Een goede middenmoter krijgt nu ruim 3 miljoen gulden aan televisiegelden. Dat wordt in het huidige plan niet meer dan een kleine 6 miljoen gulden.
In totaal valt er geen 120 miljoen maar 100 miljoen gulden te verdelen. Het verschil van bijna 20 miljoen gaat op aan organisatiekosten, KNVB-afdrachten en een nog nader te bepalen bijdrage aan de eerste divisie.
De 100 miljoen wordt volgens drie criteria verdeeld. Veertig procent van de 100 miljoen wordt eerlijk verdeeld over de eredivisieclubs. Dat levert de 18 clubs elk ruim 2 miljoen gulden op. Nog eens 40 procent gaat op aan de eindstand in de competitie. De kampioen strijkt in de toekomst 4,5 miljoen gulden aan televisiegelden op. De nummer tien nog altijd 2,5 miljoen gulden en de nummer achttien 250.000 gulden.
De grote winst van PSV, Ajax en Feyenoord ten opzichte van de overige 15 clubs schuilt in de overgebleven 20 procent. Die wordt verdeeld volgens het zogeheten reputatieaandeel. Dat komt er op neer dat de populairste clubs het meeste krijgen.