AMSTERDAM - Voormalig president-commissaris Arie Maas van uitzendconcern Content heeft topman Michel van Hemele van het Belgische Creyf's diverse malen verzocht af te zien van het doen van aangifte tegen Content wegens het vermoeden van handel met voorkennis. Dat verklaarde Van Hemele gisteren toen hij gehoord werd als getuige in de Content-zaak. De 'supercommissaris' Maas, op dit moment commissaris bij onder meer KLM en Heineken, raakt zodoende als medeverdachte in de strafzaak steeds zwaarder beschadigd.

De eerste poging van Maas om de aangifte te voorkomen, vond in november 1999 plaats, na afloop van een vergadering van de Creyf's-top over de misstanden bij de overname van Content, eerder dat jaar.

Topman Michel van Hemele van het Belgische Creyf's.

De vergadering was belegd omdat Creyf's had ontdekt dat het management van Content vlak voor de overname was voorzien van personeelsopties. Ook het ongewoon hoge aantal opties dat de twee directieleden was toebedeeld, wekte argwaan bij het Belgische uitzendconcern. De opties waren afgedekt met eveneens op dat moment ingekochte eigen aandelen. Op de dag dat de overname en het bod van Creyf's bekend werd, steeg de waarde van het aandeel met bijna 50%. Dat betekende 'kassa' voor de optiebezitters.

Tijdens de bewuste vergadering van Creyf's werden Maas en diens adviseur Rennie Hendriksen (ex-Fokker) gevraagd of zij wisten van de inkoop van aandelen voor de personeelsopties. "Maas zei zich daar niks van te herinneren en Hendriksen zei helemaal niets", aldus Van Hemele. "Wij besloten daarop naar Justitie te stappen gezien de zwaarwichtigheid van de zaak."

Volgens de topman van Creyf's vroeg Maas hem na afloop van de vergadering af te zien van de aangifte: "Hij vroeg me het potje toe te dekken". Van Hemele ging echter niet op het verzoek in. Maas deed volgens de topman van Creyf's opnieuw een poging vlak voor het gesprek over de zaak met Justitie. "Hij belde me met de mededeling dat aangifte doen geen goed idee was. Maar ik had inmiddels al een afspraak gemaakt met de officier van justitie."

Nadat Van Hemele aangifte had gedaan, bracht hij verslag uit aan een vergadering waarbij ook Maas, Hendriksen en voormalig bestuursvoorzitter Sylvia Tóth aanwezig waren. "De spanning was daarbij om te snijden. En de vlam sloeg helemaal in de pan toen onze raadsman de heer Maas het advies gaf om een advocaat in de arm te nemen. Hij riep dat hij niet betrokken was, en dat áls er al problemen waren met de optieregeling het tot de verantwoordelijkheid behoorde van Hendriksen. Die had volgens hem verstand van aandelen", aldus Van Hemele.

De Belgische topman verklaarde gisteren eveneens uitdrukkelijk dat Creyf's aangifte had gedaan tegen de rechtspersoon Content en niet tegen natuurlijke personen zoals directie en commissarissen. Voor raadsman Duk van de eveneens verdachte directeuren was deze verklaring aanleiding voor een felle reactie. "Als de aangifte gericht was tegen Content, waarom stuurde u dan een persbericht uit waarin staat dat de twee directeuren elkaar meer opties hadden toebedeeld dan voorgaande jaren gebruikelijk was?"

Van Hemele, die de vraag eerst diverse malen ontweek, moest uiteindelijk toegeven dat deze aanname slechts gebaseerd was op de brieven waarin de twee directeuren elkaar opties aanbieden. "Deze brieven waren enkele minuten na elkaar voor akkoord getekend. Dat vonden we op dat moment verdacht", aldus Van Hemele. Uit diverse verklaringen is inmiddels gebleken dat het niet de directie zelf was, maar president-commissaris Maas die de twee meer opties dan normaal had toegekend, in verband met hun extra krachtsinspanningen sinds het wegvallen van de directievoorzitter.

wo 4 april 2001