AMSTERDAM - Wie hoog stijgt kan hard vallen. Dit is de conclusie van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) over de malaise op de beurs in het eerste kwartaal van dit jaar. De grote, veelal internationale beursfondsen hebben het zwaarst te lijden gehad onder het zwarte beursklimaat dat zich als een olievlek vanuit de Verenigde Staten over de gehele wereld verspreidde.
De onzekerheid over de Amerikaanse economie deed de AEX-index met 11% dalen tijdens het eerste kwartaal van dit jaar. Deze desastreuze daling is de sterkste sinds de start van de CBS-beursindex, nu bijna een halve eeuw geleden.
De zwaarste klappen vielen in de financiële fondsen. Zij moesten het eerste kwartaal een verlies van 16% incasseren. "Dit komt omdat zij veel geld hebben geleend aan technologie- en telecomfondsen", verklaart een woordvoerder van het CBS. "De grote onzekerheid in deze fondsen deed de belegger flink schrikken. Met name de economische onzekerheid in Amerika droeg bij aan die angst."
De kleinere fondsen hielden de schade beperkt, zo blijkt uit gegevens van het CBS. "Dit komt omdat ze bij de invoering van de Europese Monetaire Unie zijn ondergewaardeerd", aldus de woordvoerder. "Fondsen die zich op verder oriënteerden dan Nederland stegen harder in het fortuinlijke beursjaar 2000. Kleine fondsen stegen echter minder, waardoor ze ook minder hard konden vallen." De CBS- Small Cap- herbeleggingsindex, waarin kleine fondsen zitten met een kapitaal niet groter dan één miljard euro daalde slechts met 3%.
Tussen de zwarte beurswolken begaf zich ook een witte raaf. De bouwsector scoorde een rendement van 11%. "Het ging jarenlang erg slecht met de bouw", aldus de woordvoerder. "Maar met de economische voorspoed is men steeds meer gaan bouwen, wat een positieve impuls gaf bij de beleggers." Bouwbedrijven hebben volgens de woordvoerder minder te lijden onder de onzekere economie in de Verenigde Staten omdat zij veelal nationaal opereren.