BELGRADO - De Joegoslavische ex-president Slobodan Milosevic heeft toegegeven in het geheim de Servische legers ten tijde van de oorlogen in Bosnië en Kroatië (tussen 1991 en 1995) te hebben gefinancierd. Afgelopen zondag werd Milosevic gearresteerd, het bezwaarschrift tegen zijn hechtenis werd gisteren door de rechter afgewezen.
Milosevic ontkende de aanklacht geld te hebben verduisterd dat hij doorgesluisd zou hebben naar buitenlandse rekeningen van zijn Socialistische Partij. De gewapende groepen in de etnisch Servische gebieden in Bosnië en Kroatië hebben een groot aantal bloedbaden en massa-executies op hun geweten. Ook richtten zij concentratiekampen in.
De bekentenis uit de koker van Milosevic is opvallend, omdat hij daarmee de internationale aanklagers van het VN-tribunaal in Den Haag nu al voorziet van een belangrijke indicatie van zijn betrokkenheid bij de gruwelijkheden in Bosnië en Kroatië.

|
Mirjana Markovic verlaat de gevangenis waar haar man vast zit. (Foto: REUTERS)
|
Of dat het tribunaal uiteindelijk zal helpen was gisteren opnieuw de grote vraag. President Vojislav Kostunica van Joegoslavië liet zonneklaar weten nu en mogelijk ook in de toekomst niet tot uitlevering van zijn voorganger bereid te zijn. Kostunica zei dat "uitwijzing nu niet op de agenda staat" en voegde eraan toe dat Milosevic wel voor oorlogsmisdaden kan worden berecht, ook in samenwerking met het VN-tribunaal. "Maar die berechting moet in Belgrado plaatsvinden", aldus Kostunica.
"De verantwoordelijkheid van Milosevic voor alles wat in de federale republiek is gebeurd is enorm, primair zijn verantwoordelijkheid tegenover het Servische volk", zei Kostunica. Hij herhaalde een eerder standpunt, dat ook de internationale gemeenschap verantwoordelijkheid heeft voor het uiteenvallen van Joegoslavië en de bloedbaden en oorlogen die daarmee gepaard gingen. Andermaal bekritiseerde hij het VN-tribunaal wegens "selectieve gerechtigheid".
Vertrouwen
Namens de Europese Unie gaf EU-buitenlandchef Javier Solana Belgrado gisteren enige respijt. "We moeten vertrouwen hebben in de autoriteiten in Belgrado. We zullen hen niet onder druk zetten."
Ook het tribunaal zei gisteren bereid te zijn een paar maanden te wachten om Belgrado te kans te bieden Milosevic eerst in eigen land te berechten. Maar volgens een woordvoerder van het tribunaal kan dat alleen als de Joegoslaven een toezegging geven hem in een later stadium wel te zullen uitleveren.
Hoofdaanklager Carla del Ponte zal mogelijk eind mei naar Belgrado komen om de nagenoeg afgeronde twee andere aanklachten tegen Milosevic te overhandigen. Deze hebben betrekking op zijn rol in de oorlogen in Bosnië en Kroatië. De huidige aanklacht betreft alleen de Kosovo-crisis van 1998 en 1999.
In eigen land wordt inmiddels door justitie koortsachtig gewerkt aan het uitbreiden van het aantal aanklachten tegen Milosevic. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken van de deelrepubliek Servië, Dusan Mihajlovic, gaat het daarbij onder meer om misdrijven waarop theoretisch ook de doodstraf staat, zoals opdracht geven tot politieke moorden.
Milosevic zelf bleef gisteren in zijn cel en kreeg er bezoek van zijn vrouw Mirjana Markovic. In zijn bezwaarschrift beklaagt hij zich over zijn behandeling. "Ik heb er niets op tegen dat ik wordt onderzocht, maar het stoort me als een misdadiger te worden behandeld voor datgene dat ik naar beste inzichten voor de staat heb gedaan", schreef Milosevic. |