NEW YORK - Op Wall Street was het gisteren weer ouderwets huilen met de pet op. De Nasdaq-index kelderde met 3,1% op 1782,92 punten naar een nieuw dieptepunt in de laatste 29 maanden, vooral door een slachting onder de halfgeleiderfondsen. De Dow Jones-index wist niet aan de misère te ontsnappen, onder meer door een nat pak van American Express. De beursgraadmeter moest 1% inleveren op 9777,93 punten.
De slechte start van de week viel menig belegger rauw op z'n dak, temeer omdat de handel optimistisch van start was gegaan. De Dow rook zelfs nadrukkelijk aan de 10.000-puntengrens en was daar na twee uur handelen nog slechts 8 punten van verwijderd.
Dat positieve sentiment was mede te danken aan een macro-economisch cijfer: de index van inkoopmanagers, oftewel de NAPM-index. Dit cijfer, dat een graadmeter is voor de bedrijvigheid in de Verenigde Staten, liet in maart een voorzichtige stijging van 1,2 punten zien op 43,1.
Een drietal factoren deden het licht echter weer uitgaan. Allereerst was dat de situatie in de halfgeleiderindustrie. Zakenbank Goldman Sachs kwam gisteren tot minder vrolijke conclusies voor de sector, die over de volle breedte een downgrading aan de broek kreeg. Het gevolg laat zich raden: de koersen tuimelden omlaag. Zo zakte Applied Materials bijna 8% op $40. Intel wist de val te beperken tot 1% op $25,79.
Een ander minpunt was America Express, dat met een winstwaarschuwing op de proppen kwam. En die was behoorlijk, oordeelden handelaren. Waar was gerekend op een winst per aandeel in het eerste kwartaal van 51 dollarcent, meldde het concern dat dit winstcijfer rond de 40 dollarcent zal uitkomen. Beleggers straften het Dow-fonds dan ook af met een koersval van 4% op $16,44.
De derde factor die de koersen deed zakken, was van politieke aard. Het betreft hier de rel tussen China en de Verenigde Staten over de vliegtuigbotsing voor de Chinese kust, die gisteren door Bush flink werd opgestookt. En beleggers houden nou eenmaal niet van dat soort spierballenvertoon.