VOORBURG - Onzekerheid bij beleggers en een afnemend vertrouwen bij producenten en consumenten beheersen het Nederlandse conjunctuurbeeld, zo stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in haar maandelijkse conjunctuurbericht. Het CBS wijst er er wel op dat er "geen duidelijke signalen" zijn die wijzen op een daadwerkelijk forse daling van de economische groei.

Producenten en consumenten zijn evenwel somberder gestemd. Het vertrouwen van de eerstgenoemde groep belandde in februari het laagste punt van de zomer van 1999. Het vertrouwen bij consumenten ligt nu op het peil van eind 1998.

Dalend vertrouwen kan een zichzelf versterkend effect op de reële economie hebben. Daar komt nog eens bij dat mond- en klauwzeer (mkz) de economische groei kan drukken. De toegevoegde waarde in de veehouderij en de zuivel- en vleesindustrie is goed voor 2% van het bruto binnenlands product (bbp). Vorig jaar werd voor ƒ24,5 miljard aan veehouderijproducten (o.m. levend vee, zuivelproducten, slachtvlees en vleeswaren) uit Nederland geëxporteerd; ruim 4% van de totale uitvoer.

Schattingen van de schade zijn nu nog lastig te maken. De varkenspest, die vier jaar geleden uitbrak, leidde destijds tot een direct productieverlies van ƒ2,4 miljard. Dit drukte de groei van het bbp met 0,3 procentpunt. Daarbovenop kwamen nog eens de bestrijdingskosten van ƒ0,6 miljard. De werkelijke schade ligt veel hoger dan ƒ3 miljard, aangezien de vervolgschade (als gevolg van lege stallen) en de schade voor aanverwante branches (zoals transporteurs en veevoerproducenten) niet in de berekeningen zijn meegenomen.

ma 2 april 2001