ROME - De Italiaanse politie heeft afgelopen zaterdag het stoffelijk overschot van de beroemde bankier Enrico Cuccia teruggevonden, dat twee weken geleden uit het graf gestolen was. Met de vondst in een schuur bij Turijn, heeft Italië een krankzinnig mysterie opgelost.

|
Giampolo Pesce werd afgelopen zaterdag gearresteerd. (Foto: AP)
|
Half maart werd ontdekt dat het graf van de verleden jaar gestorven, 92-jarige, machtige bankier in Meina was geschonden. Het lijk bleek geroofd. Even later werd in een anonieme brief de verantwoordelijkheid opgeëist door een man die het lijk pas terug wilde geven als de beurs weer omhoog ging tot 50.000 punten. De man beweerde dat hij door schuld van Cuccia veel op de beurs had verloren.
Ondertussen hield de politie, die twijfels over de betrouwbaarheid van de dader had, ook rekening met de in Italië veel voorkomende grafschenners, hoewel onderzoek daarnaar niets opleverde. Uiteindelijk kreeg bedrijfsleider Paolo Cuccia uit Rome, die overigens geen familielid is, een brief waarin voor het stoffelijk overschot van de bankier zes miljoen Zwitserse francs gevraagd die op een rekening in Lugano moesten worden overgemaakt.
Deze brief bleek het juiste spoor. Op het moment dat de 39-jarige werknemer Gianpaolo Pesce opnieuw vanuit dezelfde telefooncel belde in verband met het losgeld, werd hij zaterdag in zijn kraag gevat. Pesce toonde het lijk van Cuccia en gaf tevens zijn handlanger aan. "Toen we lazen over de begrafenis van Cuccia, dachten we dat er een makkelijke manier was om geld te verdienen", zo verklaarde Pesce.