Voor
het signaleren van trends heeft Andrea van Doornewaard
in de loop der jaren een zesde zintuig ontwikkeld.
Ze maakt dan ook geen gebruik van de adviezen van
professionele trendwatchers, zoals sommige andere
modebedrijven wel doen.
"Kledingontwerpers
lopen door de wereld als een spons. Je zuigt
je helemaal vol met indrukken en knijpt ze er
weer uit wanneer je met een collectie bezig
gaat."
Andrea:
"Dat is naar mijn idee weggegooid geld. De mode
gaat tegenwoordig zo snel dat de trendwatchers
worden ingehaald door hun eigen onderzoek.Een
goede ontwerper heeft dat soort hulpmiddelen ook
niet nodig, hij is eigenlijk zelf een trendwatcher.
Kledingontwerpers lopen door de wereld als een
spons. Je zuigt je helemaal vol met indrukken
en knijpt ze er weer uit wanneer je met een collectie
bezig gaat."
Toch
is het ontwerpen van kleding niet helemaal natte-vingerwerk.
Van Doornewaard beschrijft het als het oplossen
van een wiskundesom, waarvan een aantal gegevens
vast ligt en een aantal ontbrekende cijfers zelf
moet worden ingevuld.
"Een
kledingontwerp is een samenvoegsel van ontelbare
facetten, maar er is altijd één basis: de grote
lijnen zoals die zijn uitgezet door de topontwerpers
in de modesteden Parijs, Milaan, Londen en New
York. Dit jaar zag je op de catwalks bijvoorbeeld
veel Moulin Rouge, folkloristische details, hippie-
en een jaren tachtig-revival. Dat zie je nu in
de winkels terug, het zijn de dragende thema's
van deze winter."