AMSTERDAM - Bankverzekeraar ING heeft door het treffen van een miljoenenschikking met de gedupeerde belegger Leen Pronk vorige week een 'juridische dijkdoorbraak' weten te voorkomen. De Amsterdamse rechtbank deed onlangs een voor Pronk gunstige uitspraak, waarmee een eerder bindend advies in de zaak van de Klachtencommissie Beursbedrijf van het Dutch Securities Institute (DSI) omver geblazen had kunnen worden. Door te schikken stak ING daar een stokje voor.

Door de miljoenenschikking van ING met een belegger blijft de uitspraak van de Klachtencommissie DSI overeind. (Foto: WFA EVERT ELZINGA)

Leen Pronk raakte vier jaar geleden aan de rand van de financiële afgrond, toen ING Bank zijn totale vermogen binnen zes maanden verspeelde op de beurs. Een klacht van hem bij het DSI tegen de gang van zaken werd afgewezen, mede op basis van een rapport van de interne accountantsdienst van ING. De conclusies van dit rapport werden echter onderuitgehaald door een onderzoek van het juridisch adviesbureau Santema & Blonz. Het recente (tussen)vonnis van de rechtbank staat de inbreng van deze onderzoeksresultaten toe, iets waartegen ING zich juist verzette. De rechtbank voegde daar bovendien aan toe: "Indien waar is dat het rapport van de interne accountantsdienst op essentiële punten onjuist is, dan zou dat tot het oordeel kunnen leiden dat de klachtencommissie zozeer op het verkeerde been is gezet, dat ING Pronk niet aan het bindend advies mag houden."

Volgens Hendrik Jan Bos, de raadsman van Pronk, vormt dit een belangrijke uitspraak. "Hiermee dreigde een juridische dijkdoorbraak te volgen, aangezien daarmee het bindende advies van de klachtencommissie zou zijn vernietigd. Dat is in de historie van de klachtencommissie nog nooit gebeurd." Hoewel de verdere procedure wegens het inmiddels geaccepteerde schikkingsvoorstel is stopgezet, biedt het tussenvonnis bovendien aanknopingspunten voor nieuwe procedures tegen omstreden uitspraken van de klachtencommissie.

De aanleiding voor ING om te gaan schikken, heeft ondertussen een vreemd luchtje gekregen. Volkomen onverwacht gaf de bankverzekeraar op 5 juni aan bereid te zijn op korte termijn te praten over een schikkingsovereenkomst met Pronk. Laat de rechtbank nou juist diezelfde dag het bovenstaande, voor ING ongunstige vonnis hebben gewezen. Pronk en zijn adviseurs waren hiervan tijdens de schikkingsonderhandelingen nog niet op de hoogte. De rechtbankgriffie liet de uitspraak namelijk rondslingeren tot 11 juni.

ING beweert evenmin vóór 11 juni op de hoogte te zijn geweest van de uitspraak. "Ik begrijp dat we de schijn tegen hebben, maar ook wij hebben de uitspraak pas in een later stadium vernomen", aldus een woordvoerder.

zoek naar gerelateerde artikelen

wo 19 juni 2002