De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 18 mei 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
 
Privé 
 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Judoka Dennis van der Geest: "Mensen die me een apart geval noemen, hebben gewoon gelijk"
Overleven in
Madurodam

   
 

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (284x426, 18kb)
Dennis van der Geest. (Foto: Fotografie Rob de Jong)
MARIBOR - Een grijze muis kan hij met de beste wil ter wereld niet genoemd worden. Zijn leven is er een van uitersten. Op de tatami, maar ook daarbuiten. Judoka Dennis van der Geest - geboren in Bloemendaal, woonachtig in Haarlem - werd donderdag in Slovenië voor de tweede maal in zijn carrière Europees kampioen. Vandaag komt hij opnieuw in actie, ditmaal in zijn eigen gewichtsklasse. De goede prestaties staan in schril contrast met zijn optreden op de Olympische Spelen, twee jaar geleden in Sydney. Daar faalde hij hopeloos. Maar hij heeft leergeld betaald. Van der Geest, telg uit een echte judofamilie, over de louterende werking van een nederlaag: "Ik denk veel over dingen na. Voor een topsporter is dat niet handig."

Kom bij Dennis van der Geest na een nederlaag niet aan met de mededeling dat het maar een spelletje is. Voor hem is judo een 'way of life' en iedere partij een strijd op leven en dood. Met als directe consequentie dat een nederlaag bij de Haarlemse kolos synoniem staat voor "een beetje sterven". Aan de andere kant waant hij zich na een overwinning steevast in de zevende hemel. Dat laatste had hij lange tijd niet meer gevoeld. Tot afgelopen donderdag, op de EK in Maribor. "Ik had eindelijk weer de goede spirit."

Vaak noemt Van der Geest (26) de judomat van tien bij tien meter een metafoor van het bestaan. "Mijn hele leven is een kwestie van alles-of-niets. Soms ben ik euforisch, soms ontzettend down. Die wisselvalligheid zie je terug op de mat. Mensen noemen me weleens een apart geval. Als ik dat hoor, moet ik lachen. Waarom? Omdat ze gewoon gelijk hebben."

Donderdag had de zwaargewicht, 125 kilo schoon aan de haak, weer zo'n dag. Op de eerste dag van de EK in het Sloveense Maribor greep hij de Europese titel in de open klasse door zijn tegenstanders stuk voor stuk op ippon te verslaan. Vandaag moet hij in zijn eigen gewichtsklasse (100+ kg) andermaal aan de bak. "De vorm is goed, maar bij mij zegt dat dus helemaal niets. Misschien judo ik ineens weer als een natte krant."

De judoka praat uit ervaring. Tijdens de Spelen van Sydney gold hij als een voorname kandidaat voor olympisch eremetaal, maar het evenement eindigde voor hem in een deceptie. Twee jaar na dato is Van der Geest er, zoals hij het zelf zegt, nog steeds niet klaar mee. "Ik heb daar niet verloren omdat een ander beter was, maar omdat ik niet het beste uit mezelf heb gehaald. Dat is frustrerend. Nog steeds. Deze Europese titel is leuk, natuurlijk. Maar het verandert niets aan het feit dat ik in Sydney een kans heb laten liggen. Zelfs olympisch goud, over twee jaar in Athene, zou niets meer dan een pleister op de wonde zijn."

Lachend: "Zo'n hele grote Mickey Mouse-pleister, dat wel."

De aanblik van iemand op straat in een t-shirt met daarop het logo van Sydney 2000 is voor Van der Geest altijd nog aanleiding genoeg zijn gedachten af te laten dwalen naar die ene dag in september 2000. De dag waarop hij, als regerend Europees kampioen, ging voor olympisch eremetaal, maar in de herkansingsronde het onderspit moest delven tegen Pan Song, direct na afloop door een verbitterde Van der Geest aangeduid als die staatsmongool uit China. De ergste emoties zijn vanzelfsprekend verdwenen, maar de bittere teleurstelling is er nog steeds. "Het verbaast me niets dat het zo lang doorwerkt. Ik ben niet iemand die makkelijk over tegenslagen heen stapt. Ik ben een piekeraar en een denker."

Mensen uit zijn omgeving wijzen hem er weleens fijntjes op dat judo een vechtsport is en geen denksport. Maar Van der Geest haalt dan achteloos zijn schouders op. Met alleen brute kracht kom je er niet, meent hij. "Judo is een ingewikkeld spelletje. Ik denk veel over dingen na. Voor een topsporter is dat niet handig. Maar aan de andere kant, zo zit ik nu eenmaal in mekaar. Bovendien, in het gewone leven heb ik ook liever niet mijn verstand op nul staan."

Wie met Van der Geest over judo praat, praat over het leven. De tatami noemt hij Madurodam van het bestaan. Overleven is de kunst. "Het gevecht op de mat is geen kwestie van leven of dood, maar het brengt wel gevoelens in je naar boven die maken dat het zo aanvoelt. Bij judo pak je je opponent beet en voel je diens kracht. Soms weet je vooraf dat je fysieke schade kunt oplopen, waardoor je niet altijd even nonchalant de mat opstapt. Ik voel wel eens angst, ja. Maar het mooie is juist als je dat weet om te zetten in een vechtersmentaliteit. Judo is karaktervormend. Het brengt je dichter bij je innerlijk. In het dagelijks leven kun je je eigen zwakheden verbloemen, bijvoorbeeld door communicatief vaardig te zijn, maar op de mat kan je je niet verschuilen. Dan staat er iemand tegenover je die jou een rotgooi wil geven. Dan kan ik misschien wel beter discussiëren, maar daar schiet je op zo'n moment verdomd weinig mee op. En dat weet je. Daardoor komen alle gevoelens van angst en agressie die in je zitten naar buiten."

Door kennis te maken met je diepste emoties ga je als mens volledig leven, meent Van der Geest. "Iedereen heeft in meer of mindere mate een muur om zich heen gebouwd. Op de mat valt die in één klap weg. Door je eigen kwetsbaarheid te ontdekken, leer je jezelf kennen. Dat is interessant en leuk tegelijk. Ik wil graag weten hoe ik in mekaar steek."

Sterk van stuk en - naar eigen zeggen - nuchter van geest mag Van der Geest zichzelf graag ontleden. Niet alleen op de mat, maar ook daarbuiten. Na Sydney ging hij een maand op vakantie naar Nepal. Niet om in eenzaamheid de teleurstelling te verwerken, want de vakantie stond al langer op de rol. "Maar het reisje kwam op dat moment wel erg gelegen."

Hij maakte een uitputtende tocht door de bergen. Liep zes à zeven uur op een dag. "Als je niemand hebt om tegen te praten, ga je automatisch veel nadenken. Ik heb momenten gehad dat ik onderweg liep te janken. Dan dacht ik terug aan de Spelen en aan de manier waarop ik die medaille had gemist, en ja, dan doet dat pijn. Nepal heeft me zeker geholpen bij de verwerking."

Hij denkt in ieder geval lering getrokken te hebben uit zijn olympische deceptie van twee jaar geleden. In Sydney speelde met name de mentale druk hem parten, erkent hij nu. Van der Geest was Down Under de laatste troef van Kenamju, het judobolwerk van vader Cor, die de eer kon redden. Het feit dat Mark Huizinga, de pupil van zijn vaders aartsrivaal Chris de Korte, een paar dagen eerder reeds goud in zijn klasse had gewonnen, maakte het belang van een goede prestatie des te groter. Bovendien behoorde Van der Geest als regerend Europees kampioen op voorhand tot de kanshebbers. "Alles bij mekaar opgeteld, werd het me gewoon te veel. Het kostte me moeite alle randzaken uit te schakelen en puur naar mezelf te kijken. Ik denk dat ik daar nu wel anders mee om zou gaan."

Daarom heeft hij zelf de eindverantwoordelijkheid voor het volgende belangrijke project, Athene 2004, op zich genomen. "Als ik verder wil komen, moet het honderd procent uit mezelf komen en moet het niet nodig zijn om door anderen gepusht te worden. Alles draait om de intrensieke motivatie. De trainer is slechts een middel om te presteren. Het is voor mij wel ontzettend belangrijk dat Cor me onvoorwaardelijk steunt. Hij weet ontzettend goed mensen te motiveren, maar dat kan tegelijkertijd remmend werken. Want als het mis gaat, weet je als judoka dat Cor klaar staat om je weer bij de oren te pakken en terug op de rails te zetten. Een judoka moet juist losgelaten worden. Cor is nu 56 jaar, maar het mooie aan hem is dat hij nog iedere dag bezig is zichzelf te verbeteren. Ik snap hoe moeilijk het is om iemand die je al vijftien jaar begeleidt en die ook nog eens je zoon is, los te laten. Maar voor mij is het wel van levensbelang."

Vader en zoon vochten de afgelopen jaren menig strijd uit. "Als ik ergens in geloof, ga ik ook de confrontatie aan", zegt de zoon. Hun persoonlijke relatie kwam door de sport niet zelden onder druk te staan, maar onherstelbaar beschadigd werd hij nooit. "Als het niet goed ging op de mat, was het daarbuiten ook minder gezellig. Maar zowel Cor als ik kan voldoende relativeren. Cor heeft weleens tegen me gezegd: 'Als door het judo onze relatie kapot dreigt te gaan, dan: fuck judo.' We maken de sport af en toe het belangrijkste in ons leven, maar dat is het natuurlijk helemaal niet. Alleen soms is het moeilijk dat in te zien."

De moord op Pim Fortuyn drukte wat dat betreft ook Van der Geest weer met de neus op de feiten. "Vroeger, wanneer je in de kroeg stond en ruzie kreeg, gaf je mekaar een stomp en dan was het opgelost. Dat kan niet meer. We leven niet meer in een wereld van rechttoe, rechtaan. Ook als je groot bent, moet je uitkijken. Er lopen genoeg kereltjes rond van zestig kilo die een mes op zak hebben en niet schuwen dat bij het minste of geringste te gebruiken."

Van der Geest werd afgelopen maand nog met geweld geconfronteerd, toen bij een trainingskamp in Brazilië vrouwenbondscoach Marjolein van Unen door een paar jongeren werd overvallen. "Ik vraag me af hoe ik in die situatie gereageerd zou hebben. Mijn geld zou ik redelijk makkelijk afgegeven hebben, maar bijvoorbeeld mijn horloge met emotionele waarde niet. Zeker in Brazilië moet je echter niet de held willen uithangen. Ik heb één keer een pistool op mijn hoofd gehad, gewoon in Haarlem. Daar bleef ik toen redelijk rustig onder. Een jongen wilde me alleen intimideren. Zonder succes. Ik zei tegen hem: 'Als dit is wat je wilt, ga dan je gang maar'. Maar dat was toen, nu zou ik me misschien alweer anders opstellen. De verharding van de maatschappij is al langer aan de gang. Ik merk het aan mezelf. Ik ben berekender geworden. Ook in de kroeg flap ik er niet meer alles uit. Ik ga er op zo'n plek niet meer automatisch van uit dat iedereen ongewapend is."

Vorig jaar bezocht hij samen met zijn broer Elco Ajax - Feyenoord. Als Feyenoord-aanhanger in een Ajax-vak werd het Van der Geest kwalijk genomen dat hij juichend opstond om een treffer van Tomasson te vieren. "We kregen vervolgens wat woorden met een paar van die gasten. Ik ben niet bang uitgevallen, maar ik ben na afloop wel even de andere kant opgelopen. Dat druist in feite tegen mijn natuur in. Want ik los de problemen liever op dan dat ik ze ontwijk. Helaas moet je met zo'n instelling tegenwoordig op je tellen passen."

Op de judomat kan en moet Van der Geest juist wèl die confrontatie aangaan. Natuurlijk is de EK in Slovenië belangrijk en natuurlijk is hij dolgelukkig met zijn koud behaalde titel in de open klasse. Maar het ultieme meetmoment, benadrukt Van der Geest, laat nog twee jaar op zich wachten. "Iedereen houdt van sprookjes. Om na de kater van Sydney over twee jaar in Athene ineens wèl het goud te pakken, ja, dat zou wel bij mij passen."

E



 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 18 mei 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.