AMSTERDAM - Extremistische islamitische groepen uit Saoedi-Arabië en Libië infiltreren in Nederland door de bouw van moskeeën en islamitische basisscholen met aanzienlijke bedragen te financieren.Dat stelt de Teldersstichting, de wetenschappelijke denktank van de VVD, die waarschuwt dat de Nederlandse overheid paal en perk moet stellen aan dergelijke geldstromen om moslimradicalisme in ons land te voorkomen.
Onderzoeker M. Wessels van de Teldersstichting luidt in zijn rapport ’De extremistische variant van de islam’ de noodklok over de invloed die de radicale groepen uit Saoedi-Arabië, Libië en Pakistan willen uitoefenen op met name de Marokkaanse gemeenschap in ons land.
„Nederland moet zeer terughoudend zijn met de buitenlandse financiering van moskeeën en onderwijsinstellingen”, luidde de alarmerende boodschap van Wessels gisteren tijdens de presentatie van het rapport.
Vanuit Saoedi-Arabië is er volgens Wessels greep op ten minste negen van oorsprong Marokkaanse moskeeën. Ook Rotterdamse gemeentebestuurders hebben zich volgens Wessels te tolerant opgesteld en gaven de erfpacht op omdat de grond waarop de moskee staat islamitisch eigendom moet zijn.
„Een voorbode van veel onheil”, veronderstelt Wessels. „Nederlandse autoriteiten moeten op z’n minst huiverig zijn dit gedachtegoed binnen te halen.”
Ook wordt getracht vanuit Saoedi-Arabië en in mindere mate vanuit Libië greep te krijgen op het islamitisch onderwijs, stelt de Teldersstichting. „Daarbij kan onder meer worden gedacht aan islamitische basisscholen, zoals een school in Amsterdam-Zuidwest en in Eindhoven”, stelt Wessels.
Wessels signaleert dat sommige imams er zeer orthodoxe ideeën op na houden, die niet passen in onze samenleving. Hij pleit voor een Nederlandse imamopleiding, die moet worden ingebed in een brede theologische studie. Op termijn zal de toelating van imams uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika zelfs moeten worden beperkt. Wessels sluit niet uit dat de Nederlandse overheid een deel van de kosten voor imams en moskeeën moet gaan dragen.
VVD-Kamerlid Rijpstra, een partijgenoot van Wessels, is het daar volstrekt mee oneens. „Ik zie er niets in om geld vanuit de overheid voor de bouw van moskeeën en de opleiding van imams beschikbaar te stellen. Dat past niet in het principe scheiding van kerk en staat”, aldus Rijpstra. „Ik heb geen bezwaar tegen externe financiers, als maar duidelijk wordt gemaakt waar het geld vandaan komt. Anders wordt de bouwvergunning voor de moskee ingetrokken.”
Rijpstra ziet niets in imams die hun inkomen krijgen van de overheid. Wel kunnen imams volgens hem in deeltijd worden ingeschakeld voor wijkopbouwwerk. „De gemeente zou zo’n imam voor drie dagdelen in de week kunnen aanstellen”, zegt Rijpstra.
Volgens Wessels is Nederland zich nauwelijks bewust van de gevaren van het wereldwijde moslimfundamentalisme. De aanslag op het World Trade Center in New York heeft de wereld wakker gemaakt, is de overtuiging van de onderzoeker. Hij stelt dat het moslimextremisme door velen jarenlang is onderschat.
Wessels vindt dat niet alleen Afghanistan moet worden aangepakt, maar ook andere landen waar zeer extremistische vormen van de islam bestaan. Wessels denkt dan bijvoorbeeld aan Iran, Saoedi-Arabië en Syrië.