ROTTERDAM - In de schaatswereld staat Bart Veldkamp te boek als vernieuwend en eigenzinnig. Zo trad hij ooit als eerste buiten de geëffende paden van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond door de Belgische nationaliteit te verkiezen. En afgelopen seizoen introduceerde hij de atletiekstart op het ijs. Het kan hem niet gek genoeg zijn.

Bart Veldkamp geeft tekst en uitleg tijdens de presentatie van het nieuwe multi-sportcomplex in Rotterdam.

Vernieuwend en ongekend ambitieus is hij tussen het schaatsen door ook als directeur/eigenaar van het managementbedrijf Bart Veldkamp Sport & Business Consultancy. Want als het aan de schaatsbelg ligt is Rotterdam over ruim drie jaar al een uniek multifunctioneel sportcomplex rijker. 'Optrium Sport and Leisure Center' heet zoiets in de vocabulaire van zakenman Veldkamp. Een ijsbaan, een zwembad, een wielerbaan en een atletiekbaan verzameld onder één dak. Beraamde kosten: 200 miljoen gulden.

Gistermiddag ontvouwde Veldkamp (33) in het Rotterdamse stadhuis enthousiast de plannen die samen met een aantal bedrijven en instanties (Hollandse Beton Groep, Deloitte & Touche, Leisure Investment Fund en de stichting Rotterdam Topsport) zijn ontwikkeld. Bovendien mag hij rekenen op de steun van de Rotterdamse sportwethouder Nico Janssens. Het College van Burgemeester en Wethouders had dinsdag al besloten tot het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden voor een grote multi-functionele topsportaccommodatie binnen de stadsgrenzen. Binnen een half jaar moet er duidelijkheid bestaan over het al dan niet doorgaan, de exacte locatie en de exploitatie.

Volgens Veldkamp is het beslist geen luchtfietserij, Janssens op zijn beurt is zoals het een politicus betaamt vooralsnog een stuk voorzichtiger. "Het enthousiasme en de snelheid waarmee Bart te werk gaat, spreken me aan. Maar vooralsnog schat ik de kansen op realisatie van het project op fifty-fifty."

Want de politieke marsroute is nog lang, weet Janssens uit ervaring. Veel langer althans dan de tien kilometers die Veldkamp doorgaans op het ijs aflegt. Maar de laatste laat zich door die wetenschap en door de scepsis die hij onderweg tegenkomt niet uit het veld slaan. Gisteren vertelde hij al langer met dergelijke plannen rondgelopen te hebben. Twee jaar geleden, uitgerekend in zijn geboortestad, ving de Hagenaar aanvankelijk bot toen hij daar voor een ander, kleinschaliger project aanklopte. In Rotterdam sluiten de ambities wel naadloos aan bij de zijne, zo stelt hij. "Twee energiestromen zijn samengekomen. Daardoor gaat alles nu ook zo snel."

Rotterdam wil zich immers nog nadrukkelijker dan voorheen profileren als dè topsportstad van Nederland. De aanleg van een aantal moderne accommodaties heeft daarbij een hoge prioriteit, zoals gisteren ook werd benadrukt in de nieuwe nota 'topsportaccommodaties' van de stad Rotterdam. Daarmee kan men in een klap de strijd aangaan met de volgens Janssens steeds erger wordende bewegingsarmoede onder de jeugd. "Want niet alleen de topsport, maar ook de breedtesport verdient alle aandacht", aldus Janssens. Het project van Veldkamp komt volgens hem dan ook op een gunstig tijdstip.

Rondom de ijsbaan (400 meter) in het Optrium-plan moet een tribune komen met een capaciteit van 10.000 plaatsen, zodat men aanspraak kan maken op de organisatie van grote kampioenschappen. Datzelfde geldt voor het zwembad (50 meter, 3000 tribuneplaatsen). De wielerbaan (250 meter) en de atletiekbaan (200 meter) worden in één hal met een tribunecapaciteit van 5000 plaatsen ondergebracht. Daarnaast is er in de huidige opzet ruimte gecrëeerd voor een hotel dat aan de eisen van de sporter moet voldoen (Veldkamp: "Dus als je om elf uur 's avonds nog een bord spaghetti wil, moet dat kunnen") en tal van andere faciliteiten, zoals horeca-gelegenheden, een health-center, kinderopvang, medische voorzieningen en kantoorruimtes. Er zijn reeds drie mogelijke locaties in Rotterdam aangewezen: bij Ahoy', bij vliegveld Zestienhoven of in Alexanderpolder.

Volgens Veldkamp is het bijzonder dat sporters gekend worden in de plannen. Hij heeft reeds sporters uit de atletiek, het wielrennen en het zwemmen om hun medewerking gevraagd. Zelf bezit hij voldoende expertise te oordelen over de randvoorwaarden waaraan een moderne ijsbaan moet voldoen. "Als sporter kom je geregeld in stadions waarbij je direct merkt dat er niet aan ons is gedacht. Ben je langs het ijs bezig met een warming-up, kom je weer een hamburgerkraam tegen."

Het project moet overigens publiek-privaat gefinancierd worden, waarbij van de overheid een bijdrage van 25 procent wordt verwacht. Liefst 45 % moet gedekt worden door een langlopende lening. Veldkamp: "Ik ben reeds op bezoek geweest bij het ministerie van WVS (Welzijn, Volgsgezondheid en Sport), maar niet om mijn hand op te houden. Ik wilde ze vooral informeren."

"En of het echt ooit zover komt? Ik hoop het. Maar ik zal er wel voor waken dat het hele project me niet teveel energie gaat kosten. Het complex mag geen complex voor mij gaan worden. Ik blijf in de eerste plaats schaatser en er is volgend jaar namelijk ook nog zoiets als Olympische Spelen."

zoek naar gerelateerde artikelen

do 14 juni 2001