ZOETERMEER - De economie groeit harder naarmate de overheid meer investeert in onderwijs. Dit blijkt uit het jaarlijkse verslag van de OESO over het onderwijs in de 29 lidstaten. De Tweede Kamer ontving het rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling gisteren van minister Hermans (Onderwijs).
Een groot deel van de toegenomen economische groei in Nederland in de jaren '90 is volgens de statistiek voornamelijk toe te schrijven aan het gestegen opleidingsniveau. Zodoende zouden de investeringen in onderwijs van grotere invloed zijn op de welvaart dan de bevolkingsgroei of de liberalisering van de handel.
Het gisteren gepresenteerde boekwerk Education at a glance beschrijft de overheidsinvesteringen uit 1998 en het aantal scholieren en studenten uit 1999. In dat jaar had ruim éénderde van alle Nederlanders tussen 25 en 64 jaar geen diploma van de middelbare school op zak. Hun opleiding lag onder het vereiste niveau voor de meeste banen. In België en Frankrijk kwam dit nog iets vaker voor. Maar in Duitsland, Denemarken en Groot-Brittannië konden veel meer mensen een schooldiploma tonen: meer dan 80 procent van de bevolking.
Daarom hamert minister Hermans in zijn begeleidende brief aan de Kamerleden op extra onderwijs voor zeer jonge kinderen met een achterstand. "Ook het voorkomen van voortijdig schooluitval is nodig", schrijft de minister. Dit geldt ook voor het vervolgonderwijs: "Winst is onder meer te behalen door meer leerlingen te laten doorstromen van mbo-2 naar mbo-4." Tevens wijst hij op een ander recent OESO-rapport, waarin staat dat een jaar extra onderwijs op de lange termijn de productie per hoofd van de bevolking verhoogt met 4 tot 7 procent.
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}