AMSTERDAM - Het CvZ roept de minister daarom op om de in- en verkoopfunctie van apothekers te scheiden. "Dan is de verleiding ook minder groot", aldus directeur zorg Marc Sprenger van het CVZ.
|
Apothekers willen meer tijd. (Foto: anko stoffels)
|
Het geneesmiddelenbeleid is één van de meest gevoelige en explosieve dossiers in de gezondheidszorg. "Er is sprake van een enorm krachtenveld waarbij je de industrie die aan de artsen trekt, niet moet onderschatten", zegt Sprenger. "Vaak kunnen artsen goedkopere en net zulke goede medicijnen voorschrijven terwijl ze het niet doen. We weten zeker dat daar nog een behoorlijke winst te boeken is."
De komende jaren zal de prijs van geneesmiddelen gemiddeld met 12% per jaar stijgen. Dat betekent een verdubbeling van de kosten in 2006, berekende het CVZ. Tot 2000 was het vooral de toename van het aantal medicijnen dat zorgde voor een kostenstijging. Dat is nu omgeslagen naar de kosten voor die medicijnen. Bovendien kweekt het aanbod ook een vraag, aldus het CVZ.
"Wat betreft medicijngebruik kost een reumapatiënt jaarlijks gemiddeld Hfl.25.000, net als een HIV-patiënt. Er zijn al groeihormonen op de markt die een ton per jaar per patiënt kosten. De industrie ontwikkelt wel door. En veel patiënten hebben daar ook baat bij. De vraag is onbeperkt maar dat zijn onze middelen niet", stelt Sprenger bezorgd. "Je zal dus moeten afwegen hoe je je geld uitgeeft. Sommige middelen zijn immers ook kostenbesparend. Daar zal men in toenemende mate rekening mee moeten houden."
"De grootste kostenpost zijn niet de apothekers maar de geneesmiddelen. De kosten daarvan zijn niet echt te beheersen omdat dat afhangt van het technisch vernuft van de industrie. De overheid moet daar dus een rol in houden, anders roep je echt wat over je af", verwijst hij naar de door minister Borst (Volksgezondheid) gepropageerde marktwerking in de zorg.
Wat betreft de apothekers stelt het CVZ de goodwill ter discussie die betaald moet worden bij de overname van een zaak. "Dat is een enorm bedrag. Ongeveer een jaaromzet, dus tenminste Hfl.5 miljoen. En dan heb je alleen de klantenkring. Dus nog geen pand of geneesmiddelenvoorraad. Ik zou niet weten hoe bestendig ik dan nog zou zijn tegen die bonussen", zegt Sprenger. "De schoorsteen moet toch roken."
De apothekers moeten dus minder gevoelig worden voor vette bonussen en dito kortingen die soms verstrekt worden. "Als winkelier streven ze toch naar winstmaximalisatie. Als je dan beziet dat in dit kader jaarlijks Hfl.600 miljoen de sector verlaat, er worden zo'n 120 apotheken verkocht, weet je dat dat bedrag niet gewoon terugverdiend kan worden. Dat is een heel groot probleem. Het belemmert de apothekers hun werk in vrijheid te doen. Zo hoor ik ook vaak dat ze een tweede apotheker niet meer kunnen betalen. Allemaal in het licht van die schuldenlast."
Volgens Sprenger is de behoefte bij apothekers groot om in de toekomst meer tijd en aandacht te kunnen besteden aan de klant. "In dat kader zou het helpen om de medische indicatie van de arts op het recept te zetten. Dan weet de apotheker waarom het middel is voorgeschreven. En het zou inzicht geven in wie wat voorschrijft en waarom. Maar ook dat is een enorme strijd", verzucht Sprenger. "De artsen zeggen natuurlijk ammehoela, dat is mijn tak van sport. Transparantie is echter onontbeerlijk. Dan pas zie je bijvoorbeeld dat vier artsen middel a voorschrijven voor een te hoog cholestorol en de vijfde een veel duurdere variant."
"De focus op inkoop is een hele makkelijke", vindt voorzitter Martin Favié van de beroepsorganisatie van apothekers KNMP."Je moet de kosten van geneesmiddelen niet los zien van de kosten van de hele medische zorg. Kijk bijvoorbeeld naar de nieuwste reuma-medicijnen, daar houden we mensen mee uit het ziekenhuis. Inkoop is niet zo eenvoudig, het gaat erom dat je het goede product koopt en daarvoor moet je dagelijks voeling hebben met de markt. Dan weet je wat er leeft. Het Zilveren Kruis ging een paar jaar geleden opeens ook zelf inkopen. Toen hebben ze hoortoestellen gekocht die nu nog in de kelder liggen."