Het Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuws
za 17 maart 2001  
---
Telegraaf-i
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
Ga naar 
Auto's 
Reis & Vakantie 
Wonen 
Baan & Carrière 
Financieel actueel 
Show & Film 
Weerberichten 
Souvenirs 
---
Kopen 
Vraag & Aanbod 
Veiling 
Koopjesjager 
Winkelen 
---
Met Elkaar 
Live chatten 
Discussiëren 
Kaartje sturen 
E-mailen 
---
Mijn leven 
Horoscopen 
Psychologie 
---
Contact 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   F I N A N C I Ë L E   T E L E G R A A F 

ACTUEEL FINANCIEEL NIEUWS: WWW.DFT.NL
 
Fiscale problemen omzeild met nieuwe optiepakketten

door ROB SEBES




AMSTERDAM - De grote belastingadvieskantoren hebben voor hun cliënten in het bedrijfsleven nieuwe optieregelingen ontwikkeld.

Dit hebben zij gedaan om problemen te voorkomen die kunnen ontstaan als gevolg van de nieuwe fiscale wetgeving voor personeelsopties.

Met de nieuwe producten hebben werknemers minder last van de fiscus en kelderende beurskoersen, terwijl de werkgevers een forse aftrekpost houden.

Caron&Stevens/Baker&McKenzie in Amsterdam heeft inmiddels voor het door haar ontwikkelde 'Stock Appreciation Right' (SAR) het groene licht van de Belastingdienst gekregen. Voor "tussen de vijf en tien cliënten" van dit kantoor heeft de fiscus voor een SAR-regeling een ruling (toestemming voor een bepaalde periode) afgegeven.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x399, 20kb)
Jan-Willem Tombe
De fiscale wetgeving rond aandelenopties is 1 januari 2001 voor de tweede keer in korte tijd gewijzigd. De werknemer heeft sindsdien een keuzemogelijkheid. De nieuwe regels zijn allesbehalve gemakkelijk uitvoerbaar, zegt Jan-Willem de Tombe van Caron&Stevens/Baker&McKenzie. Daarnaast is het bedrijfsleven opgeschrikt door een recent arrest van de Hoge Raad dat de situatie bepaald niet gunstiger maakt. Wél werkt staatssecretaris Bos (Financiën) aan een wetswijziging om de scherpste kantjes van deze uitspraak af te halen.

De eerste mogelijkheid in de huidige wetgeving is te kiezen voor belastingheffing op het moment waarop de opties onvoorwaardelijk uitoefenbaar worden. Dat is het moment waarop aan allerlei voorwaarden is voldaan, zoals een tijdsbepaling en de eis dat de werknemer nog in dienst van het bedrijf is. De belasting is dan gebaseerd op een bepaalde formule waarin de verwachtingswaarde en de intrinsieke waarde (de vrije marktwaarde minus de uitoefenprijs van de opties) zijn verwerkt. Wordt niet aan de wettelijke voorwaarden voldaan, dan worden de opties volgens hun vrije marktwaarde belast.

De tweede mogelijkheid is dat belastingheffing over opties kan worden uitgesteld tot het moment van uitoefening. Er moet dan worden afgerekend over "het feitelijk genoten voordeel".

De Tombe schetst de nadelen van de nieuwe situatie: "Bij de eerste mogelijkheid moet belasting worden betaald ongeacht de daadwerkelijke uitoefening. Daarnaast wordt de belastbare waarde bepaald op basis van een formule, die resulteert in een fictieve waarde. De grote vraag is of de werknemer de belastbare waarde ook werkelijk zal realiseren. Gebeurt dat niet en is de winst lager, dan vindt er geen belastingteruggave plaats."

In het tweede geval lijkt uitstel van belasting gunstig, zeker wanneer de waarde van de opties sneller is toegenomen dan verwacht. Snel beslissen is dan echter broodnodig. Wordt pas na enige tijd voor uitstel van belastingbetaling gekozen, dan wordt over de 'bedenkperiode' direct belasting geheven over de toegenomen waarde van de opties.

"Kortom, de keuzemogelijkheid geeft voor de werkgever een gigantisch administratief probleem, terwijl de werknemer er ook niet altijd beter van wordt", geeft De Tombe aan.

Vandaar de vondst van de SAR. Veel belastingadvieskantoren willen uit concurrentie-overwegingen geen informatie geven over de ontwikkelde alternatieven. De Tombe wil wel bijzonderheden kwijt. "Wij hebben niks te verbergen." De SAR is in feite een recht op een bonus waarvan de waarde afhankelijk is van de aandelenkoers. Alleen: in tegenstelling tot de optieregeling geeft de SAR de werknemer recht op een bedrag aan contant geld namelijk de toegenomen waarde van de nieuw uit te geven aandelen en dus niét een recht op de aandelen zelf.

Onderzoek van Baker&McKenzie in de Verenigde Staten toont volgens De Tombe aan dat 80 tot 90% van de werknemers helemaal geen interesse heeft in aandelen. "De ruime meerderheid wil gewoon na een paar jaar cashen".

De Tombe: "Daarom wordt bij een SAR-overeenkomst tussen werkgever en werknemer een directe verkoopverplichting van de aandelen vastgelegd. Het komt er op neer dat op het moment van uitoefening de aandelen op de vrije markt worden verkocht. Zo heeft de vennootschap geen cash-probleem. De bonus aan de werknemer wordt immers door de aandeelhouders via de 'bonus-emissie', RS betaald."

De bonus valt onder de loonbelasting. "Dit is een eenmalige afrekening die pas hoeft te worden betaald als er daadwerkelijk wordt uitgeoefend. Je hebt dus geen moeilijke rekensommen meer nodig met de verwachtingswaarde en de intrinsieke waarde. En is er geen winst, dan hoeft de werknemer ook geen belasting te betalen", aldus De Tombe. Voor de werkgever is het bedrag dat aan bonussen wordt uitbetaald aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

Een nadeel van de SAR bij beursgenoteerde bedrijven is dat de winst per aandeel daalt (de zogeheten 'winstverwatering'), maar volgens De Tombe is dat geen schokkend percentage. "Bovendien zitten de aandeelhouders er met hun neus bovenop; zij moeten toestemming geven voor de aandelenemissie en -verkoop."

Een ander pijnpunt dat de SAR wegneemt, is de volstrekt onverwachte bepaling van de Hoge Raad dat vennootschappen dividendbelasting moeten betalen als eigen aandelen worden ingekocht. Tot nu toe waren bedrijven in dit soort gevallen vrijgesteld van dividendbelasting. Waar de SAR uitgaat van verkoop van aandelen op de markt, worden veel van de huidige optieregelingen gefinancierd door inkoop van eigen aandelen. "De enige manier om dit probleem op te lossen voor bedrijven die hun personeelsopties op deze manier regelen, is een wets- of beleidswijziging van Financiën", concludeert De Tombe.


za 17 maart 2001

 

[terug]
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.