Tekenen VWO,
pagina 2


Vraag 22

Maximumscore 4
(vier noemen)
  • het ontwerp is niet symmetrisch van kleur: de panelen in het linker en rechterdeel van
de zaal zijn verschillend van kleursamenstelling
  • per paneel kan het aantal kleuren verschillen (er zijn panelen van één kleur, van acht
kleuren en alles daar tussenin)
  • binnen de panelen zijn de kleuren verschillend geordend: bijvoorbeeld alternerend,
stroken van één kleur, grotere vlakken
  • onregelmatige afwisseling van verzadiging/helderheid van de kleuren
  • in verschillende delen van het gebouw domineren andere karakteristieke kleuren (en je
kunt niet voorspellen welke kleuren je aan zult treffen omdat de onderliggende structuur niet meer te zien is)

Vraag 23

Maximumscore 2
  • Hij benadrukt zo het podium door er een decor van grijzen achter te zetten, waardoor
deze ruimte wordt afgescheiden van de rest van de zaal.
  • De kleuren leiden de aandacht niet af van de musici en/of laten de kleuren van hun
handen, gezichten en instrumenten uitkomen

Vraag 24

Maximumscore 2
  • De elementen bestaan eveneens uit rechthoeken/vierkanten (en zijn even hoog als de
onderste rij panelen).
  • Overeenkomstig afwisselend ritme van ’kleuren’ als bij de andere panelen

Vraag 25

Maximumscore 1
Beide zijn een (driedimensionaal) systeem om de plaats van een kleur in de ruimte te bepalen

Vraag 26

Maximumscore 3
(drie noemen)
  • de bol van Runge is een theoretisch model, terwijl de ruimte van Struycken bedoeld is om
toe te passen
  • bij Runge komt elke kleur slechts één keer voor, terwijl de kleuren bij Struycken op
verschillende plaatsen in de ruimte vaker voorkomen
  • Runge ordent de verfkleuren op kleurtoon, helderheid en verzadiging, Struycken ordent
lichtkleuren volgens een programma of structuur (die hij zonodig later ’vertaalt’ in verfkleuren)
  • de bol van Runge ligt vast of is een gesloten systeem dat een compleet beeld wil geven
(harmonie of goddelijke eenheid), terwijl Struycken een manipuleerbare structuur van orde en afwisseling/complexiteit maakt
  • de ruimte van Struycken is geen bol maar strekt zich oneindig naar alle kanten uit (in
tijd en ruimte)
Stella

Vraag 27

Maximumscore 4
Afbeelding 14: symmetrie benadrukt door herhaling van dezelfde kleuren links en rechts (in vergelijkbare kwantiteit)
Afbeelding 14: symmetrie doorbroken doordat de spiraal vanuit het midden met een andere kleur begint, waardoor de kleurbanen ’draaien’
Afbeelding 15: symmetrie benadrukt doordat de linker en rechterhelft een vergelijkbare ordening van de kleuren hebben (links bijvoorbeeld een overwegend rode ’gradenboog’ tegenover een blauwachtige, rechts een roodachtige (oranje-paars) tegenover een groenachtige, in het midden staat de blauwe tegen de rode uit de rechterhelft aan, onderin links en rechts roodachtige gradenbogen), of: in beide helften een gelijk ’soortelijk gewicht’ van kleuren
Afbeelding 15: symmetrie doorbroken doordat overeenkomstige kleuren links en rechts niet op dezelfde plaats voorkomen

Vraag 28

Maximumscore 2
Afbeelding 14: bestaat uit spiraalvormen die in het midden beginnen en aan de randen eindigen; de volgorde van de kleuren wordt steeds herhaald binnen de spiraal
Afbeelding 15: bestaat uit halve cirkelbogen in dezelfde positie die elkaar doorsnijden en/of overlappen; het systeem van overlapping is niet te traceren; ook de kleuren zijn niet op een logische of voorspelbare wijze geordend

Vraag 29

Maximumscore 1
(één noemen)
  • doordat kleuren lichter en donkerder zijn ontstaat de suggestie van een trapvormige
opbouw: het midden van elk vierkant lijkt daardoor omhoog te komen of juist de diepte in te gaan
  • banen worden schuin afgesneden bij de hoeken: zo ontstaan ’diagonalen’ en
daartussen driehoekige vlakken die perspectief of een piramidevorm suggereren

Vraag 30

Maximumscore l
Hij laat sommige banen niet doorlopen, waardoor stukken eerder als zelfstandig vlak gaan functioneren dan als deel van door elkaar gevlochten banen, of waardoor overlappingen niet meer als zodanig leesbaar zijn: er ontstaat bijvoorbeeld een groene pijlpunt rechtsonder, die de ruimtelijkheid teniet doet, of een gele gebogen vorm links van het midden

Vraag 31

Maximumscore 3
  • In het werk op afbeelding 14 vallen kleuren en vormen samen en bepalen zo de
organisatie van het beeld (het doek wordt ingedeeld in kleuren, die egaal/strak zijn aangebracht)
  • In het werk op afbeelding 15 (vallen kleur en vorm ook samen en) wordt de kleur
nog autonomer doordat de vorm van het schilderij aangepast is aan de kleurbanen (shaped canvas)
  •   In het werk op afbeelding 16 zijn de vormen meer autonoom en is de kleur
op schilderachtige wijze aangebracht

Vraag 32

Maximumscore 2
(twee noemen)
  • hij onderzoekt nog steeds schilderkunstige problemen (vlakheid en ruimtesuggestie, de
relatie tussen kleur en vorm)
  • het is voor een groot deel (abstract expressionistisch) beschilderd
  • het heeft een frontaal karakter en is bedoeld om aan de muur te hangen, of: frontaal
gezien ( afbeelding 16 ) is het een schilderij

Vraag 22

Maximumscore 1
Door daadwerkelijk ruimtelijkheid in te voeren, maar de (elkaar overlappende) vormen vlak te houden ontstaat een (abstract) werk zonder illusionistische effecten, of: door echte ruimtelijkheid in te voeren is er geen sprake meer van ruimtesuggestie
Killaars en Kapoor

Vraag 34

Maximumscore 3
  • Wand en vloer hebben een overeenkomstig ruitpatroon dat niet voorkomt in de rest van
de installatie
  • Het schuine vlak bestaat grotendeels uit losse draden die samen een transparant vlak
vormen, anders dan de rest
  • Voor het schuine vlak zijn draden in verschillende kleuren afwisselend naast elkaar
gebruikt waardoor een mengkleur ontstaat die anders is dan de rest van de installatie
of
   in het ruitpatroon op wand en vloer van het slaapgedeelte ontstaan mengkleuren die elders niet voorkomen

Vraag 35

Maximumscore 3
(drie noemen)
  • vloer en wanden bestaan uit rechthoekige vlakken of banen (horizontaal-vertikale
indeling)
  • kussens en rollen zijn evenwijdig aan de wanden neergelegd
  • er zijn alleen verzadigde kleuren gebruikt
  • de kleuren worden herhaald in verschillende delen van het werk
  • op veel plaatsen wisselen lichte en donkere kleuren elkaar af, waardoor een herhaling
van licht-donkercontrasten ontstaat

Vraag 36

Maximumscore 3
(drie noemen)
  • ze gebruikt verzadigde kleuren
  • ze gebruikt veel verschillende kleuren
  • ze intensiveert de werking door sterke contrasten aan te brengen
(licht-donkercontrasten, kwantiteitscontrasten)
  • egale kleurbanen, afgewisseld in grote en kleine vlakken
  • door het tuften verkrijgt ze diepere kleuren

Vraag 37

Maximumscore 3
(drie noemen)
  • het beeld krijgt een intense verzadigde kleur die de vorm overstraalt of die de vorm
verhult
  • het oppervlak wordt diffuus en/of krijgt een fluwelige textuur; je kunt niet meer zien
van welk materiaal het is of hoe zwaar het object is
  • de ruimtelijkheid wordt onduidelijk doordat het oppervlak zo mat is: het glimt niet,
weerkaatst nauwelijks licht
  • het beeld wordt kwetsbaar: het zou beschadigen als iemand het aanraakt (dit versterkt
het poëtische)
  • geen sporen van ambachtelijke of persoonlijke bewerking

Vraag 38

Maximumscore 2
(twee noemen)
  • meest immateriële kleur, die sterk diepte-effect kan oproepen
  • symbolisch: kleur van Maria (Madonna) en/of van het goddelijke of het transcendente of
het ’sublieme’
  • het is de kleur van het oneindige (volgens Goethe)

Vraag 39

Maximumscore 1
  • De beschouwer wordt omringd door blauw, zonder ruimtelijk houvast (want er is
nauwelijks lichtdonkerverschil), waardoor een oneindigheid wordt ervaren of waarin je wordt opgenomen of ondergedompeld
of
  • de kleur lijkt ruimtevullend in plaats van alleen maar oppervlak te zijn.

Vraag 40

Maximumscore 2
Het beeld kan worden opgevat als een holte, een negatief, een binnenkant of innerlijk, in zichzelf besloten. Het symboliseert iets wat feitelijk niet bestaat: het immateriële (en de kleur versterkt het idee van een diepe ruimte nog eens)

Vraag 41

Maximumscore 2
Killaars: kiest en combineert de kleuren op haar gevoel, maakt een decoratief/ornamentaal geheel van veel kleuren (in een bestaande ruimte)
of
ze streeft optische effecten na, zintuiglijk (als bij de pop-art)
Kapoor: kiest steeds maar één kleur per beeld, niet decoratief maar meditatief, of: de kleuren staan in dienst van zijn ideeën: hij streeft naar verhevenheid, het sublieme

 

Vorige

De Telegraaf-i breng deze uitslagen met dank aan:
Jacobus
Het Jacobus College
SMC
SM&C
A1
Internet-provider A1
Het auteursrecht op en de verantwoordelijkheid voor deze gegevens berusten bij het Jacobus College (Enschede), SM&C en A1.
De Telegraaf-i publiceert deze gegevens onder voorbehoud.
0