PHILIPSBURG - Het officiële dodental van de scheepsramp bij Sint Maarten is opgelopen naar twintig. De afgelopen nacht zijn nog vier lijken geborgen. Veertien personen worden nog vermist. De opvarenden kwamen om het leven toen de houten vissersboot Esperanza in de nacht van woensdag op donderdag zonk tussen St. Maarten en Anguilla. De zoekacties zijn vrijdagmorgen hervat.
Aan boord van de boot waren naar schatting 38 personen, voor het merendeel afkomstig uit Haïti en de Dominicaanse Republiek. Volgens de twee overlevenden Juan Pablo Santana (22) en Delia Rua (24) zouden zij van Marigot, de hoofdstad van Frans St. Maarten op weg zijn naar St. Croix, een van de eilanden van de Amerikaanse Maagdeneilanden.
Beide overlevenden verklaarden tegenover de Franse gendarme dat de vissersboot woensdagnacht omstreeks elf uur (lokale tijd) zonk. Het tweetal wist in leven te blijven door zich vast te klampen aan de boeg. Zij werden door de bemanning van een vissersboot uit zee opgevist.
Direct hierna startte een massale reddingsactie, waarbij eenheden van de Antilliaanse Kustwacht, de Amerikaanse Coast Guard, het Franse leger en een reddingswacht van Sint Maarten betrokken waren.
De mogelijkheid dat nog overlevenden in zee gevonden worden is minimaal. Door onderkoeling houden mensen het maar 6 tot 7 uur uit in het koude zeewater. Wel houden de bergers rekening met de mogelijkheid dat sommige opvarenden naar land zijn gezwommen. Inmiddels worden de stranden in de nabijheid afgezocht.
De coördinatie van de reddingsactie, waaraan zes schepen, twaalf helikopters en twee vliegtuigen deelnamen, is inmiddels overgenomen door de Franse autoriteiten. Aanvankelijk lag de coördinatie bij de Antilliaanse Kustwacht.