ROTTERDAM - Officier van justitie G. Bos heeft maandag voor de rechtbank in Rotterdam straffen tot zestien jaar geëist tegen de broers R. die worden verdacht van de schietpartij op de Bergweg. Daardoor overleed in februari een 23-jarige man, twee anderen raakten gewond, van wie een ernstig.
Tegen Noureddin R. (27) die bekende te hebben geschoten, eiste justitie zestien jaar gevangenisstraf voor moord met voorbedachte rade. Broer Lanouar (29) hoorde veertien jaar tegen zich eisen en Ezzedin (24) acht jaar. De eis tegen Lanouar, wegens medeplichtigheid, was hoger dan die tegen Ezzedin omdat Lanouar en Noureddin volgens justitie al eerder betrokken waren bij een schietincident bij het Centraal Station.
Volgens de broers R. zijn zij toen juist bedreigd met een vuurwapen. Ze haalden een tante op en stuitten toen op een van de mannen die behoort tot de groep die ze ook op de Bergweg troffen. In september 2002 waren ze vlak bij hun huis al beschoten met een uzi. De schutter werd veroordeeld. Hij was in februari net weer vrij toen hij op de Bergweg werd doodgeschoten. G. Toxopeus, de raadsman van Noureddin wees erop dat het vrij rustig was zolang hij gevangen zat. "Hij was vrij en de auto van de broers werd bekrast en vervolgens wachtten ze Ezzeddin op bij het deelgemeentekantoor. Volgens hun eigen verklaringen zijn ze daar helemaal niet geweest, maar getuigen hebben ze gezien. Ze wilden kennelijk verhaal halen omdat een van hen had vastgezeten." De advocaten wezen erop dat de twee mannen die in februari gewond raakten bij de schietpartij, geen aangifte wilden doen. "Ze verklaarden dat ze het zelf wel zouden oplossen."
Justitie vindt dat de broers ieder een aandeel hebben in de schietpartij op klaarlichte dag voor elektronicazaak Correct in het Oude Noorden. "Er was een spiraal van geweld om volkomen onbelangrijke dingen die het noemen niet waard zijn. Verdachten waren kennelijk op jacht en hadden de buit in zicht. De broers waren dicht bij elkaar en zijn dat tijdens het voorval gebleven." stelde de officier.
De broers R. houden vol dat het toeval was dat ze degenen die hen het leven zuur maakten, tegenkwamen op de Bergweg. Er was geen vooropgezet plan. "Als je iemand wilt vermoorden doe je dat niet overdag in de drukste winkelstraat van Rotterdam-Noord. Het wemelt daar van de getuigen en het verkeer is vaak zo druk dat je de kruising niet over kunt om weg te komen", aldus M. Jansen, de raadsman van Lanouar.
De verdediging houdt het op noodweer van haar cliënten. Zij voerde aan dat de auto met de broers was klemgereden. Volgens justitie hadden de broers hun auto bewust tussen twee wagens van de andere partij gezet. "Maar waarom zou je dat doen als je de reputatie van de anderen kent en bovendien van twee kanten belaagd kunt worden", stelden de advocaten aan.
In zijn laatste woord zei Lanouar dat de schietpartij "niet is goed te praten, maar ik zou het nooit uit mezelf doen". "Justitie doet alsof die andere jongens koorknapen zijn die vrijwilligerswerk verrichten terwijl wij zomaar zouden schieten. Dat klopt niet. Telkens als er iets gebeurde, zochten we contact met de politie. Wij hebben geprobeerd het goed te doen. Politie en justitie hebben ons toen in de steek gelaten. Als de politie haar werk had gedaan, was dit nooit gebeurd."
Moeder R. is na de schietpartij ondergedoken, een andere broer draagt een kogelwerend vest en kan niet meer naar zijn werk. "Buren wordt gevraagd waar die Tunesiërs zijn gebleven. Ik ben niet rijk, maar mijn huis is leeggehaald, net als de woning van mijn moeder. Ruiten zijn ingegooid, meubels opengesneden, ze deden hun behoefte her en der in huis en er zijn foto's uit albums meegenomen. De jongens die dat hebben gedaan, hangen gewoon rond op straat. Ze dragen mijn schakelketting en de merktrainingspakken van mijn broer. Dat is toch niet het werk van een doorsnee-inbreker", aldus Lanouar. Volgens hem is het verhaal nog niet afgelopen. "De nasleep is eigenlijk het ergst. Zij gaan gewoon door met hun wangedrag en bedreigingen."
Uitspraak 7 juli.