- De Nieuw-Zeelandse premier Helen Clark heeft maandag kwaad gereageerd op de onthulling dat Nieuw-Zeelandse militairen in de jaren '50 aan radioactieve straling zijn blootgesteld bij Britse kernproeven in Australië. De Australische archiefdienst gaf vorige week militaire documenten daarover vrij.
Volgens het vrijgegeven rapport kregen Britse, Australische en Nieuw-Zeelandse militairen die in 1956 aan het atoomonderzoek meededen "meer dan de maximaal toegestane hoeveelheid straling" per week. Ook waren enkele militairen "tijdens kledingtests" al eerder aan straling blootgesteld. Uit een van de documenten blijkt dat 24 militairen na een kernproef drie dagen lang door een fallout-zone moesten lopen, kruipen en rijden om drie soorten beschermende kleding te testen.
Tijdens een bezoek aan Zuid-Korea zei Clark dat ze woedend was. "Dit verhaal gaat over Nieuw-Zeelanders met wie in feite geëxperimenteerd is in Maralinga. We moeten gewoon meer informatie hebben en snel ook."
Volgens minister van defensie Mark Burton zijn mogelijk zeven Nieuw-Zeelandse militairen bij de kernproeven betrokken geweest. "Als ook maar enigszins blijkt dat die mensen aan risico's zijn blootgesteld, zullen we bepalen welke stappen er gezet moeten worden", zei hij.
Volgens de krijgsmachthistoricus John Crawford zijn de Nieuw-Zeelandse militairen naar Australië gestuurd om meer te weten te komen over de effecten van kernexplosies.
Groot-Brittannië heeft in 1997 voor het Europese Hof van de Mensenrechten betoogd dat het geen mensen als proefpersonen heeft gebruikt bij kernproeven. Maar het Britse ministerie van defensie gaf vrijdag toe dat er militairen hebben deelgenomen aan kledingtests.