DEN HAAG - Een derde van de mensen die in publieksfuncties werken, heeft het afgelopen jaar tijdens het werk persoonlijk met fysiek geweld te maken gehad. Meer dan tweederde van hen werd uitgescholden of bedreigd.
Dit blijkt uit een onderzoek van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie naar geweld tegen werkers in de openbare ruimte. Het onderzoeksrapport is woensdag gepresenteerd. Het onderzoek betreft politieagenten, treinconducteurs, ziekenhuispersoneel, baliemedewerkers van sociale diensten, taxichauffeurs en winkelpersoneel. Bewakers in gevangenissen en huisartsen werden ook ondervraagd.
Minister De Vries van Binnenlandse Zaken noemt de uitkomsten stuitend. Hij vindt het niveau van geweld tegen de werkers in 'open' beroepen onaanvaardbaar hoog. De Vries pleit voor een actieplan.
Uit het onderzoek blijkt dat vooral treinconducteurs en politieagenten te maken kregen met lijfelijk geweld dat tegen hen persoonlijk was gericht. Het ging vooral om trekken en duwen, maar ook om slaan, stompen of schoppen.
De 71 procent van de onderzochte functionarissen die te maken kreeg met verbaal geweld werd uitgescholden of bedreigd. Het betrof hier vooral treinconducteurs, gevangenisbewaarders, politieagenten en medewerkers van sociale diensten. Het geweld wordt meestal gepleegd door één persoon, vrijwel altijd van het mannelijk geslacht, met een gemiddelde leeftijd van 29 jaar.
Volgens de onderzoekers worden mannen beduidend vaker bedreigd in hun werk dan vrouwen. Vrouwelijke huisartsen vormen een uitzondering. Zij hebben vaker met geweld te maken dan hun mannelijke collega's. Het geweld doet zich vooral voor in verstedelijkte gebieden, vaak buiten kantooruren.
Volgens de onderzoekers blijkt het gebruik van geweld positief te werken voor de plegers. Ze krijgen vaak hun zin. Zesenzestig procent van de bedreigde treinconducteurs laat bijvoorbeeld toe dat de agressieve passagiers zonder kaartje reizen. Bijna de helft van de bedreigde huisartsen (44 procent) schrijft na een bedreiging toch een recept uit.
CDA-Kamerlid Rietkerk vindt de resultaten van het onderzoek stuitend en onaanvaardbaar. Volgens hem is het verontrustend dat juist tegen gezagsdragers zoveel geweld wordt gepleegd. Hij pleit voor het snel en streng straffen van de daders.