AMSTERDAM - Bedrijven met schapen die door het vervoersverbod en de lammertijd overvol raken, kunnen onder strikte voorwaarden en alleen na toestemming van de Rijksdienst voor keuring van Vee en Vlees (RVV) een deel van hun kudde verplaatsen. Dat meldt LTO Nederland woensdag. Een woordvoerster van het ministerie van Landbouw bevestigt de gang van zaken.
Volgens voorzitter R. Boersma van de vakgroep schapen- en geitenhouders zijn er mogelijk honderden bedrijven waar 'het nu een probleem begint te worden'. "De veehouders zijn creatief, maken afdakjes of huren tenten, maar het blijft behelpen."
LTO Nederland is daarom woensdagmiddag benaderd door het ministerie om een inventarisatie te maken van bedrijven die echt uit hun voegen barsten. Schapenhouders met grote problemen kunnen zich bij LTO melden. Na onderzoek ter plaatse wordt rapport uitgebracht aan de RVV. "Als de RVV de situatie ook beoordeelt als onhoudbaar, dan kan een deel van de kudde onder strikte voorwaarden verplaatst worden", legt Boersma uit. "De dieren gaan dan naar een andere stal of een afgelegen weiland."
Als het vervoersverbod lang aanhoudt, vreest Boersma dat in de volle hokken ziektes uitbreken. "Het gaat dan om bijvoorbeeld diarree of zere bekjes, waarbij wratjes rond de bek of spenen ontstaan."
In totaal kent Nederland een paar duizend bedrijven waar meer dan honderd schapen worden gehouden. Tot half april is het lammertijd.