AMSTERDAM - Amsterdam heeft onvoldoende toezicht gehouden op het verlenen van taxivergunningen. De politiek verantwoordelijke bestuurders zijn mede verantwoordelijk voor de ontspoorde verhoudingen in de taxisector, die tot de Amsterdamse taxi-oorlog hebben geleid. Dat staat in het rapport van de commissie-Koning over de taxiperikelen in de hoofdstad. Het rapport is vrijdag gepresenteerd.
Volgens Koning heeft toenmalig monopolist Taxicentrale Amsterdam (TCA) in de jaren negentig vrij spel gehad in het Amsterdamse. De politieke aandacht voor de taxiwereld was onvoldoende, aldus het rapport. Mede daardoor ontstond een handel in taxivergunningen.
Sommige chauffeurs die in Amsterdam wilden gaan rijden, moesten aan TCA honderdduizenden guldens voor een vergunning betalen.
Die handel, en de komst van nieuwe taxibedrijven door het afschaffen van de Taxiwet, leidde de afgelopen jaren tot problemen in Amsterdam. Doordat de Taxiwet werd afgeschaft, konden nieuwe bedrijven rijden zonder dat zij de exorbitante bedragen hoefden neer te tellen. De kwestie leidde tot een taxi-oproer waarbij meermalen de mobiele eenheid de orde herstelde. Onlangs werden drie TCA bestuursleden aangehouden op verdenking van fraude.
Volgens het rapport-Koning heeft het voormalige openbaar lichaam dat verantwoordelijk was voor het taxivervoer (het OLT AZAM) haar rol "verkeerd" en "omslachtig" vervuld. De instantie had de taxicentrale moeten aansturen maar feitelijk was volgens de commmissie-Koning tot 1998 sprake van een omgekeerde situatie.
"Feitelijk betekende dit dat niet de overheid maar de taxicentrale het vergunningenbeleid bepaalde." Daarbij beschikt de TCA, en niet de gemeente Amsterdam, over alle marktinformatie die noodzakelijk was voor het reguleren van de Amsterdamse taximarkt.
Zowel de gemeente Amsterdam als OLT AZAM boden onvoldoende tegenwicht aan de monopolist TCA.
In het rapport 'Een gesloten huis' worden harde noten gekraakt.
Zo zijn de gemeente Amsterdam en het toezichthoudend orgaan van de stad tot 1998 feitelijk "gevangenen van de taxicentrale" geweest, zo concludeert de commissie-Koning. De gemeente valt volgens voorzitter H. Koning veel te verwijten. "Zij hebben de gevarendriehoek te laat gedemonteerd. Die driehoek bestond uit de monopoliepositie van TCA, de kunstmatige schaarste van vergunningen die in stand werd gehouden, en de hoge waarde van die vergunningen." De commissie verwijt de gemeente een "zwakke rolinvulling".
"Daarbij was het gemeentebestuur het het OLT AZAM weinig alert, kregen zij weinig aandacht en steun van de gemeenteraad en was sprake van een halfslachtige invulling van de regulering", aldus Koning vrijdag.
Burgemeester Cohen van Amsterdam zegt een uitgebreide reactie te willen bewaren totdat het rapport grondig is bestudeerd. Wel stelt hij dat de rol van het Rijk "onderbelicht" is gebleven. "Daarbij had de commissie het voordeel dat zij achteraf de situatie kon beoordelen, waardoor sommige dingen makkelijker in hun perspectief zijn te plaatsen."
Voormalig wethouder van verkeer in Amsterdam, E. Bakker, zei zich verantwoordelijk te voelen voor de tijd dat hij wethouder was, dus de periode van voor 1998. "Maar ik heb toen al gewezen op de gevaren van het snel invoeren van de liberalisering." In het actualiteitenprogramma 2Vandaag zei hij te erkennen fouten te hebben gemaakt, "tenminste, als je achteraf kijkt."