Politiek
Gastenboek: 09-01-2003
Gerrit
Zalm
Jeugd
moet meer aandacht krijgen
"Denkt
u nooit: Waar doe ik het eigenlijk voor?" werd
mij laatst gevraagd. Als lijsttrekker leid je immers
niet zo'n luxueus leven als minister, om van een goede
baan bij een bank maar helemaal te zwijgen. Toch heb
ik niet zo'n moeite met die vraag. Mijn gedachten gaan
namelijk onmiddellijk uit naar het moment dat ik werd
gevraagd als minister van Financiën en daarmee
de politiek in ging.
Misschien
kunt u zich die tijd nog herinneren. Nog niet zo heel
lang geleden, eind jaren tachtig begin jaren negentig,
hadden we in Nederland te maken met grote werkloosheid.
De situatie voor veel schoolverlaters was uitzichtloos.
Vooral veel jongeren van toen verdwenen regelrecht in
de bijstand. Alleen door met zijn allen de broekriem
aan te halen en hard te werken zijn we er in geslaagd
een periode van welvaart te bereiken. Ik kijk met tevredenheid
terug op die prestatie.
Toch
dreigen met de huidige tegenvallende economie opnieuw
de vooruitzichten voor onze kinderen te verslechteren.
Het vinden van een baan als je van school af komt, is
al moeilijker en dat zal alleen maar moeilijker worden
indien we niet nu een doortastend financieel-economisch
beleid voeren.
Spaarbankboekje
In
deze campagne praat ik veel over de werkgelegenheid,
het overheidstekort, de hoogte van de belastingdruk
en de staatsschuld. Ik doe dat niet omdat ik zo graag
praat over koopkrachtplaatjes en schuldratio's. Dit
zijn alleen de technische termen. Ik doe dat om omdat
een verkeerde keuze nu, zal leiden tot werkloosheid
straks. Het zal er toe leiden dat er geen geld meer
is om te investeren in veiligheid, zorg en onderwijs.
En het zal ertoe leiden dat we onze kinderen een schuld
nalaten die de overheid heeft laten oplopen. Ik kan
dat niet accepteren. Het spaarbankboekje dat wij hebben
gespaard voor onze kinderen mag niet worden geplunderd
door een overheid die de tering niet naar de nering
weet te zetten.
Niet
alleen in termen van werk en geld, maar ook anderszins
maak ik mij zorgen om de jeugd. Gelukkig gaat het met
het overgrote deel hartstikke goed. Er is echter een
kleine groep onverbeterlijke lastpakken die het behoorlijk
verziekt. Zij komen keer op keer in aanraking met de
politie. Wat kunnen we hier aan doen? Strenger straffen
en repressief optreden, zegt de één. Meer
hulpverlening en preventief optreden, zegt de ander.
Ik zeg dat beide nodig zijn. Het is niet een kwestie
van of/of maar van en/en.
We
hebben te weinig aandacht gehad voor die groep jongeren
die zelfs met de beste hulp van de wereld niet wil luisteren.
Alleen een combinatie van straf én hulp kan voor
deze groep nog uitkomst bieden. Concreet betekent dit
dat we criminele jongeren langer moeten volgen, we ze
individueel moeten begeleiden en we ze vaker moeten
sturen naar een tuchtschool of zelfs de heropvoedingsdetentie.
Vanzelfsprekend
ligt de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding
bij de ouders. Ouders die deze verantwoordelijkheid
moeilijk kunnen dragen, moeten hulp krijgen in de vorm
van opvoedingsondersteuning. Ik vind dit zo belangrijk
dat ik ook in tijden van economische tegenspoed hiervoor
extra geld voor wil uittrekken.
Net
zo belangrijk is het tegengaan van schooluitval. Vooral
in de beroepsopleidingen raken te veel jongens en meisjes
gefrustreerd, omdat ze te veel met de neus in de boeken
moeten zitten en te weinig echt een vak kunnen leren.
En dit terwijl het eenvoudig is om ook in de eerste
jaren van de opleiding het leren veel meer te combineren
met tegelijkertijd werken. Het is dus hoog tijd dat
de school veel flexibeler wordt.
De
jeugd heeft de toekomst en de VVD wil daar werk van
maken!
Gerrit
Zalm
gerrit.zalm@vvd.nl
|