Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuwsPrivé

Paard is hier je beste maatje

door Joan van den Dungen

DEURNE - Ruim 30 jaar geleden werd de Nederlandse Hippische Beroepsopleiding (NHB) in het Brabantse Deurne opgezet door dr. Hub van Doorne, samen met zijn broer Wim tevens de grondlegger van het pientere pookje van DAF.

Hoefsmid van de school Chris Oomen

Inmiddels staat de NHB van Helicon bekend als DE leerschool voor de hippische sport in ons land. Onder anderen bondscoach Springen Bert Tromp en ook vierspan-wereldkampioen 'mennen' IJsbrand Chardon deden de NHB.

Een unieke maar beslist ook pittige opleiding, waar studenten uit het hele land en zelfs uit het buitenland zich op MBO- of HBO-niveau bekwamen als ruiter, verzorger, drafrijder, stalmeester, instructeur, manegehouder of ambachtelijk hoefsmid.

De NHB kent dan ook een zeer strenge selectie. Liefhebbers moeten allereerst een positief advies verdienen na een verplichte maand stage op een erkend paardenbedrijf. Dan volgt nog een dag lang auditie op het instituut in Deurne.

Bevlieging

Willy Koppens: "Goed kunnen
springen is geen noodzaak".

"Het mag geen bevlieging zijn", legt NHB-directeur Willy Koppens uit. "Wij zoeken goed gemotiveerde studenten die weten wat ze komen doen. Want zowel fysiek als mentaal is het zwaar. Bij de voorselectie valt meestal al een kwart af. Kandidaten moeten ervaren zijn en vooral kunnen laten zien dat zij een paard de baas zijn."

"Goed kunnen springen is geen noodzaak. Dat is een kunstje dat te leren is. Eigenlijk heeft het hier wel iets weg van een toneel- of balletschool. Je voelt je artiest en je gaat voor succes, voor het allerhoogste."

Op het hippisch centrum verblijven zo'n 550 studenten, waarvan zo'n 200 in deeltijd. De anderen wisselen om beurten een interne opleiding van ruim vijf maanden af met een zes maanden durende stage in de praktijk. Zij logeren tijdens de opleiding in een flat aan de rand van het Peeldorp.

Het gros neemt ook een eigen paard mee naar Deurne. Maar voor wie een eigen paard niet is weggelegd staan er ruim 50 schitterende viervoeters klaar. Huisregel is echter dat iedereen elke dag zijn 'eigen' paard trouw blijft verzorgen.

IJzeren discipline

Marion Schreuder geeft les

Docente Marion Schreuder, die al 30 jaar lang les geeft waarschuwt alvast voor een ijzeren discipline. "Je hebt vijf maanden lang geen privacy, want een kamer deel je met een klasgenoot. Jouw paard is dan ook je steun en toeverlaat. Dat blijft je trouwe kameraadje waar je altijd op terug kunt vallen."

"Elke ochtend klokslag zes uur moet iedereen aanwezig zijn om de mest de stal uit te rijden. Dan zie je alle studenten vliegen naar de kruiwagens. De stal moet ook brandschoon zijn. En pas op, onze stalcontroles zijn berucht. Niet schoon is ook niet naar huis. Wij draaien ook weekeinddiensten."

Om half acht staat het ontbijt op tafel. En een half uur later al start de eerste les. Grofweg gezegd bestaat eenderde van de opleiding uit de praktijk, het springen en mennen. De andere 30 procent uit theorie, voedingsleer of het schrijven van een kuur op muziek.

En dan zijn er nog de algemene vakken, zoals Engels of Economie. Maar ook die blijken volledig afgestemd op de paardensector. Bijvoorbeeld hoe verkoop je een paard?

Keihard knokken

Omar Vonsee (20) uit Middelburg is tweedejaars HBO'er in een klas met 27 meiden en drie jongens. De Zeeuw zegt al vanaf zijn zesde op een paard te zitten.

Omar en Annelies met paarden

"Het liefst wil ik stalruiter of wedstrijdruiter worden. Maar een eigen dressuurstal lijkt me ook prachtig. Hier krijg ik de kans om goed rond te kijken. Het is zeven dagen per week keihard knokken maar je leert er ontzettend veel. Ik heb het prima naar mijn zin."

Grinnikend: "Ik ben een van de weinige jongens. Alleen het avondeten mag best wat gevarieerder."

Zijn klasgenoot Annelies van den Berg (22) uit Diever (Drenthe) deed twee jaar Pabo voordat zij naar Deurne vertrok. Annelies nam haar eigen paard Markant mee.

"Op het toelatingsexamen was ik heel zenuwachtig. Ik moest op een vreemd paard auditie doen. Een ander paard! Maar gelukkig ging het best goed. Studenten die ook naar Deurne willen raad ik aan gewoon jezelf te zijn. Je moet hier niet komen met de droom dat je wel een tweede Anky van Grunsven zal worden. Dat leren ze je echt wel af."

NHB beschikt op een terrein van ruim 12 hectare over zes bakken (rijbanen binnen en buiten) , een 600 meter lange drafbaan, een uitgebreid stallencomplex, een hoefsmederij, een dierenkliniek en talloze leslokalen inclusief video- en internet-instructie.

Eisen

De opleiding kent een eigen uitzendbureau en vier niveaus: toelatingseisen voor HBO zijn naast inzet en motivatie Havo of VWO. Voor MBO volstaat naast ervaring in de regel VBO/MAVO/VMBO.

De speciale Masterclass voor supertalenten, ruiters die mogelijk op nationaal niveau kunnen gaan presteren blijkt voor volgend jaar al bijna volgeboekt.

Centraal in deze opleiding staan de speciaal op maat gesneden gastcollege's door eigen trainers en ook bekende docenten uit de paardenwereld. Het zegt genoeg dat er voor Masterclassers tijdens internationale wedstrijden of concoursen geen lessen zijn.

Docente Marion Schreuder: "Leuk is dat je alle verschillende studenten er ook direct uit vist. De dressuurtypes zijn meestal wat serieuzer. De dravers meestal wat vrijer, gemakkelijker. En de springruiters meer uitgelaten. Een ander is weer wat arroganter."

Ankie van Grunsvennetjes

"Maar eerstejaars, dat zijn opvallend veel Anky van Grunsvennetjes. Als zij de opleiding starten zijn het vaak nog snoezige 'krummeltjes' van een jaar of 16. Wie dat 'Anky'-droombeeld blijft houden valt gegarandeerd af."

"Het doet me steeds weer deugd als je de studenten na een paar jaar tijdens de diploma-uitreiking de hand mag schudden. Dan denk ik: Ja, jij bent een echt paardenmens geworden."

Informatie: Nederlandse Hippische Bedrijven Deurne. Postbus 44, 5750 AA Deurne. Telefoon (0493)-313006, of www.helicon.nl. Sluitingsdatum voor aanmelding is 1 mei, voor deeltijd 1 juni. Wees op tijd! Aantal plaatsen is beperkt!

© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.