John Lanting stroopte er de mouwen voor op
'Two Much' had leuk
blijspel kunnen zijn
De grootste tragedies zijn de in aanleg leuke komedies die geen lach weten
los te maken en langzaam maar zeker de mist ingaan. 'Two Much' is daarvan
een sprekend voorbeeld. In het verhaaltje zitten alle elementen waaruit
een amusant blijspel of een klucht moet kunnen ontstaan. Misverstanden,
verwarring, verstoppertje spelen, verkleedpartijen en deurtje in deurtje
uit rennen wanneer de onthulling dreigt voor hoofdpersoon c.q. slachtoffer.
In dit geval is dat een aan zelfoverschatting lijdende latin lover die met
amoureuze smoesjes het leven van alleenstaande vrouwen binnendringt. Maar
hij valt nog al eens door de mand, zeker wanneer hij in weelde baadt in
een riante villa waar ook de maffia huist. Hij vlucht in gecompliceerde
smoesjes en bedenkt een tweeling-broer die hij nog gestalte moet geven ook,
kortom: alles voor een avondje lekker kluchtwerk. John Lanting zou er zijn
mouwen voor opstropen.
Dat moet sprankelend en spetterend gespeeld worden en met speelse hand snel
geregisseerd. En daar ontbreekt het helaas aan. Voor de hoofdrol is Antonio Banderas gekozen, een Spaanse acteur die op een onbegrijpelijke manier furore maakt
in Hollywood. Ook als bedrogen bedrieger zit hij er voortdurend naast. Hij
beschikt over een paar maniertjes die hem te gauw doorzichtig maken en doet
geforceerd leuk. En de in Hollywood debuterende regisseur Fernando Trueba
mist gewoon de snelheid en de spiritualiteit om 'Two Much' om te toveren
in vuurwerk. Jammer want het werd wel weer eens tijd voor een gulle lach.
HENK TEN BERGE
Première 26 september 1996 |