Van Damme vecht in
'Time Cop' voor de toekomst
door Eric Koch
Met een atoombom had Saddam Hoessein een andere wending aan de Golfoorlog
kunnen geven. Zo'n wapen kan hij binnenkort gewoon uit het verleden ophalen,
maakt 'Timecop' duidelijk. De grenzen van de tijd worden door een vinding
van professor Hans Kleindienst (vast een oud-nazi) opgeheven. Het is aan
bewakers als Jean-Claude van Damme om de wereld te behoeden voor criminele
tijdreizigers.
Zo'n iemand is senator Ron Silver. Met geld uit het verleden wil hij de
president van de toekomst worden. Het begint met een overval op een goudtransport
in 1863, maar al snel pakt hij de zaken rigoureuzer aan. Zijn misdadige
tripjes vormen ernstige rimpels in de tijd en die gaat Van Damme persoonlijk
rechtstrijken. De machtige politicus neemt tegenmaatregelen: hij gaat met
een knokploeg naar 1994 om het verschijnsel Van Damme letterlijk uit te wissen.
Niet elke bioscoopbezoeker zou daarom treuren. Van Damme is zichzelf veel
te serieus gaan nemen. In zijn eerste vechtfilms was hij nog een vriendelijke
kwajongen, maar inmiddels kan er geen glimlachje meer af. Kennelijk denkt
het Belgische krachtmens dat hij voortdurend boos moet kijken, om net zo
populair te worden als Stallone en Schwarzenegger. Net als Arnold probeert
hij harde klappen te combineren met bijtende opmerkingen, maar die willen
maar niet grappig worden.
Niettemin nog geen vrijbrief om 'm af te maken. Jean-Claude reist de corrupte
senator en zijn beulen achterna om zijn vroegere ik persoonlijk bij te staan.
Twee Van Damme's kunnen tenslotte meer dan één. Tijdens die reis terug in
de tijd heeft regisseur Peter Hyams alle clichés bijeengegraaid die hij
tegenkwam. Veel logica heeft hij er niet in aangebracht. 'Time Cop' bleef
daarom steken in een reeks vechtpartijen in een futuristische arena.
Première 12 januari 1994
|