'Small Faces':
jeugdbendes in hippie-tijd

Gillies en Billy MacKinnon, twee bezeten filmmakers, broers bovendien, en allebei afkomstig uit het Schotse Glasgow, beseften dat die stad van hun jeugd nooit geportretteerd is in een film. En dat terwijl het Glasgow van de jaren zestig een afwijkend beeld vertoonde. Dat was de tijd waarin Amsterdam en Londen in de ban waren van de flower power en de hippies. Glasgow echter zwoegde en ploeterde en de jeugd amuseerde zich op straat met bende-vorming en gewelddadigheden.

Dat moest een min of meer auto-biografische film opleveren. Gillies MacKinnon kwam terug van filmavonturen in Amerika, schreef het scenario en regisseerde. Zijn broer, die zich als producent al verdienstelijk had gemaakt in dienst van Jane Campion toen zij 'The Piano' maakte, hielp hem.

Het resultaat is 'Small Faces', een roerig verhaal over jonge mensen in een verwarrende tijd. Centraal staan drie broers van 13 tot 18 jaar en hun moeder, een weduwe die geen greep meer op ze kan krijgen. Ze verkeren in een fase waarin hun leven een beslissende wending moet krijgen. Ze dreigen echter verloren te gaan in de strijd tussen de twee bendes die de jongens in de stad bezig houden, enerzijds omdat het interessant is daarbij te horen, anderzijds omdat het een vluchtmogelijkheid biedt.

Met een groep jonge acteurs hebben de MacKinnons een film gemaakt die inderdaad de sfeer van 'hun' Glasgow onweerstaanbaar ademt. Dat gebeurt binnen een portret van een jeugdige samenleving die alweer historie lijkt en zich dan ook als een museumstukje laat bekijken.

Foto: De broers wier verhaal 'Small Faces' vertelt, stammen uit een Schots gezin waarin te veel mis gaat.

HtnB.

Première 15 mei 1996