Ontroerende 'Poolse Bruid'
van Karim Traïdia
De Groningse boer, hij zegt niet veel. Hij kijkt naar het graan, hoe het
groeit. Hij haalt de oogst binnen, hij ploegt, hij zaait en dan is er weer
een jaar voorbij. Zo is het leven, en het leven zal niet anders zijn. Totdat
hij op zijn erf een vrouw vindt. Mishandeld is ze, en ze spreekt geen Nederlands.
Hij tilt haar binnen en zij verandert zijn bestaan volkomen.
'De Poolse Bruid' van Karim Traïdia is een romantische speelfilm over die liefdesgeschiedenis. De dialoogzinnen
die er in deze rolprent worden gesproken, zijn wellicht op twee handen te
tellen, maar dat wil niet zeggen dat er geen verhaal is. Zonder al te veel
woorden, leren we de twee personages kennen en hun problemen. De eenzaamheid
van de boer bijvoorbeeld. En het feit dat de vrouw een kind in Polen heeft
en hier in Nederland noodgedwongen in de prostitutie werkzaam was, waaruit
ze is weggevlucht met alle gevaren van dien.
Traïdia filmt dat met een langzame pas. Hij laat zijn figuren zien, terwijl ze
denken en werken, terwijl ze elkaar bekijken. Maar we kennen hun gedachten
toch wel, omdat ze universeel zijn. Op die manier is het zwijgen ook vertellen
geworden, en wordt 'De Poolse Bruid' tot een haast impressionistische film.
In deze tweede productie uit de serie van vier die het jonge productiebedrijf
Motel Films voor weinig geld aan het maken is (de eerste was 'De Trip van Teetje') valt opnieuw op hoe ingetogen en rechtlijnig de jongste generatie cineasten
weet te vertellen. Er is ook nu weer geen enkele pretentie, er is respect
voor het publiek en respect voor emotie. Juist daardoor weet Traidia van
'De Poolse Bruid' een ontroerende film te maken, die terecht de Publieksprijs
kreeg op het Filmfestival van Rotterdam.
Dick van den Heuvel
Première 26 maart 1998
|