Bejaarde grootmeester vervult oude wens met jazz-film
Robert Altman swingt in 'Kansas City'
door Eric Koch
Ruim drie decennia draait hij inmiddels al mee, maar grootmeester Robert Altman, 71 jaar oud inmiddels, blijft naar nieuwe wegen zoeken. Jazz-ritmes bepalen
vorm en inhoud van het sfeervolle 'Kansas City' (deze week in première),
waarmee hij een ode brengt aan zijn favoriete muziekgenre. Hij toont zich
na het verwezenlijken van een oude wens een tevreden mens. "Ik heb altijd
films kunnen maken die ik zelf mooi vind. Wie kan dat in Hollywood zeggen?
Er is de afgelopen decennia geen regisseur zo bevoorrecht geweest als ik."

Altman's carrière heeft menige Amerikaanse financier tot wanhoop gebracht.
Tegenover bioscoopsuccessen als 'M.A.S.H.', 'Nashville' en recentelijk 'Short
Cuts' staat een veel langere lijst van films die verlies opleverden. "'t
Kostte me in het verleden vaak de grootste moeite om een volgende film van
de grond te krijgen", zegt Altman, "maar ik ga nu al zo lang mee dat ze
me als een museumstuk zijn gaan beschouwen. Tegenover de buitenwereld staat
het goed om geld in me te investeren."
Voordeel is dat Altman geen enorme budgetten nodig heeft om zijn verhalen
in beeld te brengen. Al zou je dat bij 'Kansas City' niet zeggen, zo imponerend
oogt het minutieus gereconstrueerde decor van de jaren dertig. Altman schuift
het compliment meteen door naar zijn zoon Steve, die al jaren de art-direction
van zijn vaders films voor zijn rekening neemt. "Die arme jongen krijgt
nooit het respect waar hij recht op heeft. Als je voor je vader werkt wordt
er altijd net gedaan alsof die je van de straat wil houden. Maar na 'Kansas
City' kan niemand meer om zijn kwaliteiten heen."
In 'Kansas City' ontvoert Jennifer Jason Leigh de echtgenote (Miranda Richardson)
van een invloedrijke politicus om hem te dwingen om haar eigen man (Dermot
Mulroney) te hulp te komen, die wordt vastgehouden door de criminele eigenaar
(Harry Belafonte) van een jazzcafé. Het verhaal brengt Altman terug naar
zijn jeugd.
Gokker
"Ik kende dergelijke mensen", vertelt hij over zijn jonge jaren in Kansas
City. "Mijn vader was een gokker. Met mensen uit dat milieu ging hij vaak
vissen. Of op eendenjacht. En dan mocht ik soms mee. Tussen de bedrijven
door hoorde je kleurrijke verhalen over criminele transacties of zelfs liquidaties.
Wat ik in de film laat zien is echt gebeurd."

Over elk van zijn personages had hij graag nog meer verteld, maar hun aandeel
in Altman's filmcompositie moest voegen als voorgeschreven noten in een
muziekstuk. "Ik ben gek op jazz", vertelt Altman. "Die liefde heb ik in
film willen vertalen. Het verhaal is het totaal van de wederwaardigheden
van elk van de personages, maar als bij het samenspel van muziekinstrumenten
is de een wat vaker te horen dan de ander. Je hebt solo's, duetten en ensemble-spel."
"Om er een swingend, improviserend geheel van te maken kun je niet elk thema
uitwerken. Ik had bijvoorbeeld meer kunnen zeggen over de corruptie bij
verkiezingen. Interessant genoeg, maar een vluchtige kennismaking is in
dit geval genoeg om een bijdrage te leveren aan de klankkleur van de film.
Die is belangrijker dan het verhaal."
Dat maakt 'Kansas City' niet tot een voorgebakken bioscoopsucces. Altman
haalt de schouders op. "De film is precies geworden wat ik voor ogen had.
Net als m'n vorige producties. Dat die niet allemaal een commercieel succes
waren, maakt mijn liefde voor ze er niet minder om. Ik maak me geen zorgen.
M'n volgende film staat alweer in de steigers."
Première 15 augustus 1996
|