Connery strijdt tegen
doodstraf in 'Just Cause'
Gloedvol houdt professor Sean Connery aan het begin van 'Just Cause' een
betoog tegen de doodstraf. Toch zien we de humane rechtsgeleerde anderhalf
uur later met messteken persoonlijk een einde maken aan het leven van een
voormalige bewoner van een dodencel. De bedreigende werkelijkheid won het
van abstract idealisme.

Een pleidooi voor de doodstraf is de film van Arne Glimcher echter niet.
Het ideologische vraagstuk dat Amerika nog steeds verdeeld houdt, is niet
meer dan een intrigerend bedoelde basis voor een thriller. De acteurs moeten
het verhaal boven het B-niveau uit tillen. Sean Connery zet in een handomdraai zijn beschaafde jurist neer. Hij heeft al een kwart
eeuw de rechtszaal niet meer van binnen gezien, maar wordt door de moeder
van een ter dood veroordeelde jonge neger te hulp gevraagd.
Echtgenote Kate Capshaw stimuleert hem om het oude handwerk weer eens op
te pakken. Goed om voeling met de praktijk te houden, oordeelt ze. En dus
trekt Connery naar het broeierige Zuiden van de VS om de zaak te onderzoeken.
Vooroordelen wogen bij de veroordeling wegens moord op een klein meisje
zwaarder dan de bewijslast, merkt Connery. Op heropening van de strafzaak
zit niemand te wachten, zo blijkt. Met name de zwarte politieman Lawrence
Fishburne, die indertijd de bekentenis met harde hand uit de beklaagde geperst
zou hebben, werkt tegen.

Misschien waren er weinig bewijzen, zegt hij tegen Connery, maar zijn gevoel
bedriegt 'm niet: Blair Underwood is een moordenaar. Natuurlijk weet de intelligente bezoeker uit het noorden
feiten boven tafel te halen, die duidelijk maken dat Underwood onschuldig
is. Maar hoe waterdicht zijn die bewijzen? Met een verrassende wending probeert
regisseur Glimcher zijn vlakke vertelling nieuw leven in te blazen, maar
iets bijzonders krijgt het routineuze 'Just Cause' ook daardoor niet.
Eric Koch
Première 16 maart 1995
|