Ode aan grote Hollywoodmusicals
|
...Woody Allen... | Woody Allen zingt in
'Everyone says I love you'
door Eric Koch
Zang, dans, romantiek, komedie en een beetje magie: 'Everyone says I love
you' is een staalkaart van alles wat Woody Allen leuk vindt. "Ik heb mezelf maar eens verwend", zegt de befaamde New Yorker
over zijn ode aan de hoogtijdagen van de Hollywoodmusical. Hij is even over
in Parijs, een van de weinige steden die hem weg kunnen lokken uit zijn
geliefde woonplaats. New York in de lente laat Woody zingen, toont 'Everyone
says I love you'.
|
"Niet alleen in het voorjaar", zegt Woody Allen bijna dromerig. "New York bruist in elk jaargetijde. De mensen zijn opgewonden
als de zomer weer begint, praten over niets anders als de herfstbladeren
vallen en lopen dik ingepakt gezellig kerstinkopen te doen in de winter.
En cultureel gezien is de stad onvergelijkbaar. Bij de galerie bij mij om
de hoek kun je meer moderne kunst zien dan in heel midden Amerika, en elke
avond kun je kiezen tussen tientallen toneelstukken, musicals, muziekuitvoeringen
of operavoorstellingen."
Als kleine jongen hoefde hij de deur niet eens uit om bijzondere muziek
te horen. "Je kreeg liefde voor muziek met de paplepel ingegoten. Tijdens
het tandenpoetsen hoorde je uit de radio klanken van Glenn Miller en zijn
orkest, het ontbijt bracht liedjes van Gershwin, Cole Porter en Irving Berlin.
Bij je huiswerk werd je moreel gesteund door Frank Sinatra en Billy Holliday
en voor je naar bed ging luisterde je nog snel even naar Benny Goodman."
Die muzikale vorming leverde de basis voor 'Everybody says I love you'.
"Als het verhaal om muzikale momenten vroeg, kon ik moeiteloos uit honderden
liedjes in mijn geheugen putten", vertelt Woody. "Ze moesten niet alleen
aangenaam zijn om naar te luisteren, maar ook de gebeurtenissen emotioneel
ondersteunen, verduidelijken of verder brengen. Zoals in de grote Hollywoodmusicals.
In dat genre zijn we in Amerika altijd sterk geweest. Fred Astaire bracht
mooie liedjes en schitterend danswerk en in de jaren vijftig, de hoogtijdagen
van Gene Kelly, werd de musical echt een kunstvorm.
|
Ik kon daar enorm van genieten. Het genre is uit de mode, hoor je tegenwoordig.
Daar geloof ik niets van. Jongeren van nu genieten nog altijd van 'Singin
in the rain'. Probleem is dat er geen geschikte liedjes meer worden geschreven.
Rockmuziek heeft een heel andere uitdrukkingsvorm. Ik zou nog best eens
een volbloed-musical willen maken, met liedjes die daar speciaal voor geschreven
zijn. Maar ik weet zo gauw geen componist voor zo'n onderneming. Stephen
Sondheim is de enige naam die me te binnenschiet." |
Alan Alda stoeit met Goldie Hawn.
|
Voor die musical zou Woody Allen echte zangers gebruiken. Ditmaal waren
geschoolde stemmen niet belangrijk. "We zongen voordien alleen onder de
douche", zegt Woody, die zelf ook vertederend een wijsje ten gehore brengt.
"Het zingen en dansen moest in 'Everyone says I love you' juist alledaags
zijn. Kwetsbaar, onhandig." Hij lacht. "Ik heb de acteurs pas na een paar
weken verteld dat ze ook moesten zingen in de film. Sommigen schrokken even,
maar uiteindelijk deden ze allemaal mee. Behalve Drew Barrymore. Die vond
'r eigen zangstem niet om aan te horen. Omdat ik haar als actrice niettemin
graag wilde, heb ik haar liedje laten inzingen door een schoolmeisje."
Naast Drew Barrymore heeft Woody Allen in 'Everyone says I love you' weer
een aantal indrukwekkende acteurs bijeengebracht, onder wie Julia Roberts,
Goldie Hawn, Alan Alda, de jonge belofte Natalie Portman, Tim Roth en Oscar-kandidaat
Edward Norton. Maar om namen gaat 't hem niet. "Publiek komt er toch nauwelijks
naar m'n films", zegt hij met een wrang lachje. "Belangrijk is voor mij
alleen wie het meest geschikt is voor een rol. Gelukkig doet iedereen graag
mee. Voor een vriendenprijsje. Iedereen verdient even veel. Van Julia Roberts
tot de eerste de beste debutant."
Alleen voor zijn eigen personage kan hij niemand vinden. "Ik zou het liefst
achter de camera blijven. Af en toe eens een rol spelen. Iemand als Dustin
Hoffman zou ik graag in mijn schoenen zien. Hij wil graag, zegt hij. Maar
als ik 'm dan vast wil leggen, blijkt hij bezet tot 2005. Robert de Niro
heeft tot ver in de volgende eeuw ook al zes rollen per jaar afgesproken."
Maar ze zijn nog niet van 'm af. Hij is van plan nog tot ver na 2005 films
te blijven maken. "Mijn vader is 97 en ook mijn moeder is nog fit", zegt
de 61-jarige Allen, "dus ik ga nog wel even mee." Hij heeft zijn volgende
film al weer klaar en zijn bureaula zit vol lucifersdoosjes, servetjes en
bierviltjes waarop hij ideeën heeft genoteerd. Hij kruipt dagelijks om negen
uur achter de schrijfmachine. "Een ouwe Olympia, die ik tweedehands kocht
op m'n veertiende. Is-ie een beetje degelijk? vroeg ik de verkoper. Hij
zou me overleven, werd me verzekerd."
Schrijven doet Allen nog altijd voor zijn plezier. "Ik heb dagelijks meer
discipline nodig om er in de namiddag mee op te houden." Toch zijn zijn
teksten op de set niet heilig. "Ik moedig m'n acteurs altijd aan om zelf
met iets te komen. Sommigen houden zich liever aan wat ik heb geschreven,
maar anderen komen met dialogen die beter zijn dan wat ik had bedacht."
Woody knipoogt. "En daar krijg ik dan later de complimenten voor!"
- Skylar (Drew Barrymore) bewondert een fontein met Holden (Edward Norton)
in 'Everyone says I love you'
Publicatie 10 april 1997
|
|