Na vurig slot van populaire Flodder-reeks

Dick Maas zegt Nederland vaarwel

door Eric Koch

Het is voorbij. Een rokende puinhoop is er overgebleven van de mondaine wijk Zonnedael na de laatste confrontatie tussen de asociale familie Flodder en hun hooghartige buren. De vlammenzee aan het slot van 'Flodder 3' zet niet alleen een vurige streep onder de avonturen van Neerlands populairste gezin, maar ook onder de vaderlandse successenreeks van regisseur Dick Maas. Na zijn vierde filmhit op rij neemt hij afscheid van ons land.

De enige cineast die de afgelopen jaren met Nederlandstalige producties het publiek massaal naar de bioscoop wist te lokken, zoekt het voortaan over de grens. "'t Wordt tijd om weer eens een stapje vooruit te doen", zegt de 44-jarige Amsterdammer met kenmerkende nuchterheid. Terwijl Paul Verhoeven en Jan de Bont met grootscheepse producties Amerika en de wereld veroverden, bleef hij wellicht wat te lang doorgaan op vertrouwd terrein, erkent Maas.

Daar waren verschillende redenen voor. Artistieke en praktische. Hij was nog niet uitverteld over de Flodders, vond hij. Bovendien vormde de 32-delige tv-serie over zijn rauwe geesteskinderen een welkome bezetting van de groot opgezette First Floor-studio van Maas en zijn partner Laurens Geels in Almere. Trouw aan de idealen van hun filmbedrijf, dat jonge talenten in Nederland een kans wilde geven, stak Maas ook flink wat tijd in het begeleiden van projecten van anderen.

Die werkstukken maakten van de partners na een aanvankelijk onuitputtelijk lijkende succesreeks weer gewone stervelingen. Na 'De Lift' volgde 'Flodder', 'Amsterdamned' en van de hand van Alex van Warmerdam was de al even populaire First Floor-productie 'Abel'. Maar voor 'Wings of fame' (Otakar Votocek), 'My blue Heaven' (Ronald Beer', 'Oh Boy' (Orlow Seunke) en 'The last Island' (Marleen Gorris) bleek nadien aanzienlijk minder belangstelling.

Minder talent

Met het gevolg dat de filmfinanciers, aanvankelijk open voor elke suggestie van het gouden duo, de portemonnee veel moeilijker openden. De plannen om jaarlijks een of meer films te maken, moesten aangepast worden. Gebrek aan geld was echter bepaald niet de enige reden om het beoogde schema los te laten, zegt Dick Maas. "Er bleek veel minder talent te zijn, dan we hadden verwacht. Tussen de scenario's die we de afgelopen jaren onder ogen kregen, zat nauwelijks iets bruikbaars. Reden te meer om nu vooral aan mezelf te gaan denken."

Voor zijn nieuwe plannen is Nederland te klein. "De kosten voor een filmproject van enige omvang zijn in dit kleine taalgebied nauwelijks meer terug te verdienen. Je moet dus in het Engels werken, om elders in de wereld je film uit te kunnen brengen." Nasynchronisatie van 'Amsterdamned' bleek geen overwegende hinderpaal in Amerika: met een 21e plaats op de Variety hitlijst werd de avonturenfilm in de Amsterdamse grachten een van de succesvolste rolprenten in de VS.

Maar indrukwekkender effecten, decors of sterren vragen grotere budgetten. Hoewel hitfabrikant Maas voor zijn eigen films betrekkelijk moeiteloos financiële steun kan vinden, bleek zijn 'Missing Diaries', die hij enkele jaren geleden al had willen maken, vooralsnog te duur. Dat verhaal staat echter nog steeds op stapel. Dichter bij verwezenlijking zijn een Amerikaanse remake van 'De Lift' en een scenario dat Maas momenteel met Wijo Koek (met wie hij samen de laatste aflevering van Flodder schreef) afrondt.

Brengt een nieuwe 'Lift' Dick Maas artistiek verder? "'t Wordt een heel andere film", beoogt Maas. "Niet alleen omdat het verhaal zich in een Amerikaanse wolkenkrabber gaat afspelen, maar ook de andere elementen van het plot vormen een nieuwe situatie. Voor die film is de financiering al rond. Ik moet een keuze maken tussen de mogelijkheden."

Welke daarvan nog Nederlandse wortels zal hebben is een open vraag. "Voorlopig blijven Laurens en ik zeker nog vanuit onze studio in Almere werken. Al is die situatie daar minder rooskleurig dan we indertijd hadden gedacht. We wilden in eerste instantie een plek hebben om onze decors te stallen. Aanvankelijk gebruikten we elders een kleinere studio, die ook grif door anderen werd benut. Omdat er in Europa veel behoefte leek aan studioruimte hebben we daarna voor een eigen pand in Almere gekozen.

Kort daarna is de filmsituatie in Europa ernstig verslechterd, ook door het inzakken van de Amerikaanse dollar. Kijk maar eens hoe moeizaam veel van de oude befaamde studio's in Europa open worden gehouden. Vergeleken daarmee draaien we in Almere bepaald niet slecht.

Niet bang meer

Maar ik kan me best voorstellen dat Laurens en ik de boel ooit van de hand doen om helemaal vrij in onze keuzes te zijn. Om bijvoorbeeld in Amerika te werken. Vroeger trok het me niet aan om me aan te moeten passen aan de specifieke werkwijze van Hollywood. Inmiddels ben ik daar niet bang meer voor. Enerzijds omdat ze m'n werk inmiddels kennen en waarderen. Maar bovendien: mijn filmopvattingen sluiten naadloos aan bij die van hen. Ik zoek het in puur entertainment."

Ook in dat opzicht onderscheidt Dick Maas zich van de meeste van zijn Nederlandse collega's. "Critici verdringen elkaar in hun lof voor films als 'De hoogste tijd'. Een mooie artistieke film. Zeker. Maar er komt geen hond naar kijken. Steeds minder mensen gaan naar Nederlandse films. Met 60.000 kijkers was '06' vorig jaar de best bezochte film. De minder succesvolle films van First Floor trokken altijd nog tegen de honderdduizend bezoekers. Na het eerste deel werd 'Flodder 2' als minder geslaagd afgedaan. Maar er kwamen wel 1.2 miljoen mensen naar kijken."

Het Fonds voor de Nederlandse film wilde aanvankelijk geen geld uittrekken voor 'Flodder 3', vertelt Maas. "Kun je je dat voorstellen? Terwijl mijn films hun geld altijd dik hebben opgebracht en het Fonds, in tegenstelling tot driekwart van de andere gesteunde projecten, keurig elk dubbeltje terugkreeg. Wat een beleid! Ik ben de enige niet. Haanstra en Rademakers moesten ook elke keer opnieuw komen bedelen en Paul Verhoeven hebben ze met hun voortdurende weigering tot steun letterlijk het land uitgejaagd."

Dierbaar

Misschien had dat mij ook beter kunnen gebeuren, zie je Dick Maas even denken. Maar nu is hij klaar voor zijn eerste grote internationale klus. De familie Flodder blijft een dierbare herinnering, net zoals de vertederende welzijnswerker Sjakie, in de persoon van rasacteur Lou Landré met fijne kleine trekjes de karikaturale films een menselijk gezicht gaf.

Ze zullen gemist worden, net als de puur Nederlandse publieksuccessen van hun geestelijke vader. We zullen het met vaderlandse trots moeten doen, als ook Dick Maas voortaan zijn lauweren in het buitenland zal gaan oogsten.

  • Op zijn dakterras heeft Dick Maas Amsterdam aan zijn voeten. Na Nederland moet nu het buitenland volgen.

Foto: Peter Zonneveld