Mel Gibson: filmheld met slechte manieren

door HENK TEN BERGE

Mel Gibson lijkt de ideale filmheld. Hij ziet er aantrekkelijk uit, heeft sex-appeal, acteert goed en staat ook in pittige actiescènes moeiteloos z'n mannetje. Vele van zijn films werden grote wereldsuccessen en met zijn nieuwste 'Conspiracy Theory' lijkt het ook die kant op te gaan. Interessante man om eens te ontmoeten, zou je denken. Maar dat viel bar tegen.

De afspraak was met een klein gezelschapje in het deftige Dorchester Hotel. Iedereen was op tijd behalve de hoofdpersoon. Toen hij eindelijk binnen kwam, had hij een brandende sigaret in het hoofd die hij er pas uit nam om eens flink te gapen. Eenmaal gezeten liet hij zich een kom aanreiken met een brouwsel waarin hij tien minuten lang omstandig en aandachtig begon te prakken zonder op of om te zien. Opmerkingen beantwoordde hij kort en ongeïnteresseerd en over een onderwerp dat wat dieper sneed, verzuchtte Gibson vermoeid: "Dat is wel een erg moeilijke vraag op dit uur van de dag", en ging er niet op in.

Toen het prakken ophield, begon hij te lepelen en luid te smakken, maling hebbend aan het gezelschap. Na zo'n half uurtje prakken en smakken leek het tijd om op te stappen en niet langer het doelwit te zijn van de minachtende houding van een filmheld die zwaar lijdt aan sterallures en machtswellust. Hij wordt omgeven door lieden die glimlachend en strooplikkend aan zijn lippen hangen en zich blijkbaar altijd maar vernederingen laten welgevallen. Maar ja, er is geld aan hem te verdienen.

Spanning

De reden om niet op te stappen zat in de afspraak pal erna in dezelfde suite met regisseur Richard Donner. Hij is al jaren in Hollywood dé man van de betere actiefilms. Hij tekende onder meer voor de succesvolle 'Leathal Weapon'-serie en de 'Die Hard'-films en heeft met 'Conspiracy Theory' opnieuw een film gemaakt waarin een interessant verhaal leidt tot spanning en actie.

Dat is ook precies volgens de filosofie van Richard Donner. "Met alleen maar het bedenken van stunts hou je de aandacht van de mensen niet vast. Een goed verhaal moet de basis zijn met personages waarmee de kijkers zich kunnen vereenzelvigen of die ze minstens interessant of intrigerend gaan vinden. In 'Conspiracy Theory' zit bovendien een ijzersterk vehikel voor de acteurs."

Donner praat over Mel Gibson wel vriendelijk. Ze zijn al jaren op elkaar aangewezen. "Toen Joel Silver, m'n producent, en ik dit script in handen hadden, dachten we onmiddellijk weer aan Mel. We weten na al die moeilijke films precies wat we aan elkaar hebben. En over de vrouwelijke partner waren we het ook meteen eens: Julia Roberts."

"Ik ben wel de regisseur van de film, maar eigenlijk regisseer ik niet. Ik werk het liefst met zeer professionele acteurs die ook weten wat er achter de camera gaande is en die hun rol voor ogen zien zodra ze een pagina van het scenario gelezen hebben. Ik begeleid ze. Ik geef ze de vrijheid, de ruimte en het vertrouwen en we discussiëren er ook over. Zo worden we een twee-eenheid of een drie-eenheid tijdens de opnamen. Julia Roberts heeft een feilloze intuïtie als actrice. Ik hoef nooit een scène over te doen omdat zij er naast zat."

Uitstraling

"In het geval van 'Conspiracy Theory' had zij het extra moeilijk omdat het publiek de vreemde levenswijze van Mel Gibson volgt door haar ogen. En zij verandert dan ook van rivale in geïnteresseerde observeerster en in betrokkene. Zij moet dat vooral met haar gezicht en haar uitstraling doen. Julia heeft niet de absolute hoofdrol, maar blijft wel sterk door het hoofd van de mensen cirkelen wanneer ze de bioscoop verlaten."

Psychologische thrillers lijken uw favoriete thema te vormen.

"We hebben in Amerika een onuitputtelijke bron in organisaties als de CIA en de FBI. Veel schrijvers en filmmakers zouden niks zijn zonder die instellingen. Ze zijn ook typerend voor de paranoia van Amerika jegens vreemde culturen en afwijkende politieke ideeën. Nergens ter wereld wordt daar zo vreemd tegenaan gekeken als bij ons en ook wordt er nergens zo vaak bizarre actie tegen ondernomen, zuiver en alleen vanuit een misplaatst vooroordeel. Maar ik ben de CIA en de FBI dankbaar. In het bijzonder voor hun blunders, want die leveren de beste verhalen op."

Publicatie 28 augustus 1997