Gelauwerde regisseur portretteert gewelddadig
gokparadijs in 'Casino'

Martin Scorsese:
"Las Vegas heeft onschuld verloren"

door ERIC KOCH

Nog altijd regeert in Las Vegas de hebzucht. Voor en achter de speeltafels. Alleen de eigenaars van de gokpaleizen zijn veranderd. De miljoenen dollars gaan nu naar de bankrekening van grote respectabele bedrijven in plaats van naar de keukentafel van mafia-families. Er wordt in Las Vegas niet meer gemoord, maar regisseur Martin Scorsese kijkt in 'Casino' met nostalgie terug naar de tijd dat gangsters de tent runden. "Vegas heeft zijn onschuld verloren," verzucht de New Yorkse grootmeester.

Een opmerkelijke constatering na een uiterst gewelddadige film, waarin mafiosi elkaar met revolvers, ijspriemen, honkbalknuppels en zelfs een bankschroef uitroeien. "Dat hoorde bij het vak," vergoelijkt Scorsese. "Neem die bankschroef-scene. Natuurlijk, iemands hoofd afklemmen is geen prettige manier om informatie in te winnen. Maar Pesci kan simpelweg niet zonder antwoord bij zijn baas aankomen. Hij is een soldaat, die een opdracht heeft uit te voeren. En dat doet-ie dus. Hoe dan ook. Hij wast vervolgens het bloed van zijn handen en gaat pannenkoeken bakken voor zijn zoontje."

"Denk nou niet dat het er tegenwoordig zo fijntjes toegaat. Er wordt niet meer met moordwapens gezwaaid, maar de manier waarop de grote bedrijven heden ten dage mensen in hulpbehoevende situaties brengt, sloopt ze geestelijk net zo goed. Dat is onzichtbaar kwaad. Dan heb ik liever gangsters. Je weet waar je met ze aan toe bent.

Ze vragen me wel eens waarom ik me in mijn films zo vaak met mafiosi identificeer en bijvoorbeeld nooit met politiemannen. Simpel: in New Yorkse wijk Little Italy, waar ik opgroeide, werd neergekeken op agenten. Ze kwamen winkels binnen om 'bescherm'-premies te incasseren. De mafia-figuren in mijn buurt maakten geen geheim van hun werk. Ze deden zich nooit beter voor dan ze waren. Politieagenten waren net zo zeer criminelen, alleen hadden zij de wet aan hun kant.

Zoiets geldt in zekere zin ook voor Las Vegas. Met al die attracties presenteren ze die stad nu als een soort familie-pretpark. Terwijl het er nog steeds om gaat om de klanten geld via de speeltafels uit de zak te kloppen. Geen mooi voorbeeld voor de kinderen die worden meegenomen. Tot voor twintig jaar geleden, de tijd die 'Casino' in beeld brengt, was Las Vegas puur een plek waar je kwam om te gokken. Natuurlijk, er waren shows met bekende artiesten. Maar iedereen wist waar het uiteindelijk om draaide. Vegas was een paradijsje voor gokkers, oplichters en uitbuiters."

Die wereld werd al decennia lang strak geregeerd door de mafia, geeft Scorsese aan. "Maar elk regime draagt het zaad van de ondergang bij zich, of het om Rome, Griekenland of de mafia gaat. In de strikte organisatie sluipen fouten. Soldaten, zoals Joe Pesci, gaan eigen zaakjes opzetten. Die zorgen voor steeds grotere scheurtjes in het geheel. De bazen proberen dat dan nog met harde hand uit te roeien, maar ze zijn oud geworden en hun fouten worden talrijker.

Zoals de moord op die vrouw, die een proces wegens smaad tegen een van hen was begonnen. Zo'n domme afrekening bracht hun beschermheren in de politiek in de problemen, zodat zij zich distantieerden. En dat gaf vervolgens de politie een vrijere hand. Het bekende domino-effect."

De ondergang van de mafia-organisatie is in 'Casino' verbonden met het exploderende huwelijk van casino-directeur Robert de Niro en zijn echtgenote Sharon Stone. Een simpel bericht in de krant vormde het uitgangspunt van 'Casino': een heftige ruzie tussen de manager van een casino en zijn vrouw op hun oprijlaan had opschudding in een dure buurt veroorzaakt. Op basis daarvan was het verhaal van Frank Rothstein (gespeeld door De Niro) gereconstrueerd, mede aan de hand van Rothstein zelf en de (nog levende) mafia-leden uit zijn omgeving.

Dat Rothstein nog herinneringen kon ophalen was een wonder, omdat bij de grote mafia-schoonmaak een bom onder zijn auto was ontploft. "Maar zijn wagen had toevallig een stalen plaat onder de bestuurdersplaats", vertelt Scorsese. "Zo'n model was alleen in dat jaar gemaakt. Aanvankelijk was Rothstein als zetbaas in een van de grote casino's zeer gewaardeerd. Maar hij ging zichzelf overschatten. Dat blijkt ook uit zijn huwelijk met Stone. Hij weet dat ze niet van 'm houdt en maar hij denkt dat hij die liefde wel zal kunnen verwerven."

"Fout", zegt Scorsese. "Je kunt mensen niet veranderen. Dat heb ik aan den lijve ondervonden." Mag de regisseur zich op dat punt in zijn persoonlijke leven ooit hebben overschat, wat zijn carrière betreft is hij altijd bescheiden gebleven. "Die grote waardering is pas van de laatste jaren. Voor 'Goodfellas' had ik alleen in een betrekkelijk kleine kring een zekere naam. Al kregen films als 'Mean Streets', 'Taxi driver' en 'Raging Bull' goede kritieken.

Daar heb ik nooit lang bij stil gestaan. Mijn wereldje is betrekkelijk klein en simpel. Ik hou me eigenlijk alleen maar bezig met films maken. Dat is al moeilijk genoeg. Ik weet inmiddels wel hoe een film wordt gemaakt, maar de techniek is niet de essentie. Waar je naar zoekt is de beste plaats om je camera neer te zetten. De beste plek om uit te drukken waar een scene om gaat. En elke keer weer is dat wikken en wegen en elke keer weer voel ik me een beginneling."

Een opmerkelijke verzuchting van een regisseur, die door velen wordt beschouwd als een van de beste ter wereld. "Gelukkig zijn er mensen die mijn films willen zien. Zoals bepaalde studio-hoofden. Tom Pollock was geïnteresseerd in mijn visie op Christus in 'The Last Temptation of Christ', Bob Daly en Terry Semel waren benieuwd naar 'Goodfellas'."

Na een reeks films vol bloedvergieten zoekt Scorsese in zijn volgende werkstuk naar geestelijke loutering. Hij gaat het leven van de Dalai Lama verfilmen. "Ik wil me eens verdiepen in hoe geweldloze mensen zich gedragen." 't Zal even wennen worden, lacht Scorsese: "De Dalai Lama overtuigt mensen met woorden. Bepaald een andere benadering dan je mening er met een honkbalknuppel in te rammen, zoals in 'Casino'."

Gepubliceerd 4 april 1996