'Between The Devil And The Deep Blue Sea'
Een sprookje in Hongkong
Dick van den Heuvel
De hoop dat het met de mensheid ooit nog wel eens goed zal komen, kan in
kleine dingen schuilen. In de ontmoeting tussen de zeeman Nikos, voor anker
in de havens van Hongkong, en het tienjarige meisje Li, bijvoorbeeld. Hij
is de vleesgeworden zelfdestructie, rookt opium, schrijft niet meer naar
huis en zijn geliefde en wacht op een volgend schip en wellicht zelfs op
de dood. Zij moet voor haar broertje zorgen en vraagt hem of ze misschien
wat klusjes mag doen in ruil voor wat eten.

Meer verhaal kleeft er niet aan. 'Between the devil and the deep blue sea'
van de Belgische regisseuse Marion Hänsel naar de roman 'Li' van de Griek
Nikos Kavvadias. Er is slechts dat beeld van een voorzichtig groeiende vriendschap
tussen de man en het meisje, die er voor zorgt dat beiden weer een nieuw
levenselixer vinden.
Zachtmoedig is Hänsel in haar tekening van de karakters. Daar stelt de film
zich ook op scherp, op die twee mensen en wat er tussen hen gebeurt. Verder
niets, geen politie die de man komt arresteren vanwege een ongezonde relatie,
geen omgeving die van hun liefde schande spreekt. Het is er, niemand spreekt
er kwaad van en de twee worden er ook nog eens betere mensen door.
Een sprookje is deze film dan ook, die vooral geankerd is in de acteerprestatie
van Stephen Rea ('The Crying Game') die voortdurend de pijn van zijn eenzaamheid
op z'n gezicht lijkt mee te dragen. Maar vlak ook het spel van de jonge
Londense actrice Ling Chu niet uit die met haar open gezicht elke toeschouwer
ontwapent. Een lieve hoopvolle film derhalve, bestemd voor romantische zielen.
Foto: Nikos (Stephen Rea) koopt voor Li (Ling Chu) een mooie jurk.
Première 23 november 1995 |