Het Victoriaanse fatsoen als een strak korset
'Angels & Insects'
Aan het einde van de vorige eeuw had Engeland zich in een keurslijf van
etiquettes geperst. Het Victoriaanse fatsoen zorgde ervoor dat alles buitenkant
was geworden en zelfs in de omgangsvormen tussen man en vrouw de welgemanierdheid
het overwon van de passie. 'Angels & Insects' van de Britse regisseur Phillip
Haas schetst een fraai beeld van dat moreel korset.
Mark Rylance speelt daarin de geruïneerde natuurvorser William Adamson die
neerstrijkt op het landgoed van dominee Harald Alabaster. Daar trouwt hij
met diens dochter (Patsy Kensit) en snel heeft het paar een stuk of wat
kinderen. Die lijken allemaal erg op de Alabasters en geenszins op de bioloog.
Ondertussen bouwt Adamson een mooi contact op met de inwonende Matty Crompton
(Kristin Scott Thomas) met wie hij eindeloos mieren bestudeert.
Maar dan breken de façades af, en komt William erachter dat zijn vrouw meer
sex heeft met haar broer dan met hem en dat de kinderen allemaal incestueuze
verwekkingen zijn. Hij besluit het rijke onderdak te verlaten en weer de
armoede op te zoeken van zijn onderzoek.
Met afstand filmt Haas de schurende relaties in het huis. Hij troost ze
niet en geeft ze ook geen enkele romantiek mee in hun treurige vastgebonden
strafheid. Daarmee ontneemt hij de kijker elke hoop op een goede afloop.
Sterker nog, wat je vreest voor de personages wordt bewaarheid. Ondanks
de kleurige kostuums, het prachtige groene landschap wordt 'Angel & Insects'
op die manier een dofzwarte speelfilm.
Dick van den Heuvel
Première 24 oktober 1996
|