Juliette Binoche in liefdeskomedie
'A Couch In New York'
door Dick van den Heuvel
Juliette Binoche komt Hotel Raphael binnen op afgetrapte rode gympjes. Ze draagt een vaal
zwarte spijkerbroek en een cartoon-t-shirt, met daarover een ietwat gesleten
zwartleren jack. Zo maakt ze zichzelf tot een anonieme verschijning in Parijs,
waar niemand op straat haar herkent als de filmster die ze intussen toch
echt is. Het is subtiel, ze demonstreert dat ze zelfs zonder enige inspanning
een schoonheid kan zijn. Spiegels, poederdozen en garderobekasten, ze heeft
ze niet nodig, ze is mooi van haarzelf.
Het onderwerp van gesprek is 'A Couch In New York', de nieuwste film van
Chantal Akerman waarin ze een Frans meisje speelt dat een tijdelijke woningruil
pleegt met de Amerikaanse psychiater William Hurt. Die komt daardoor in
een lekkende etage, ergens in de armoe van Parijs, terwijl zij de divan
van Hurt moet waarnemen zonder enige kennis van zaken. Een romantische komedie,
opmerkelijk licht in het oeuvre van Akerman.
"Ik kies per moment wat ik wil zijn!"
Binoche wilde al veel langer met de interessante Belgische regisseuse werken.
"Maar ze kwam telkens met ingewikkelde scripts waarin het verhaal verstopt
zat achter allemaal diepzinnige bedoelingen", zegt ze terwijl ze enigszins
misstaat op de Louis XV-bank waarop ze heeft plaatsgenomen. Ze verdwijnt
welhaast in het enorme meubel. "Ik had haar korte films gezien, waarin ze
een veel vrolijker en veel begrijpelijker methode had gevonden. Dat wil
ik met jou maken, zei ik tegen Chantal. Ze had dit verhaal en is meteen
begonnen met schrijven."
William Hurt dook al snel op als haar tegenspeler. "Een gecompliceerde man",
weet ze intussen. "Een echte Strasberg-acteur. Heeft heel erg lang nodig
om zich te concentreren en moet overal eindeloos over praten. Ik gebruik
ook wel eens wat Stanislavski, maar ik ga er niet zo dogmatisch mee om als
William. Hij pijnigt zichzelf om een rol te spelen, ik probeer mezelf te
verwennen."
In feite zijn dan de rollen in 'A Couch In New York' op de lijven van de
twee hoofdrolspelers geschreven. "Je speelt toch een rol. Ik ben lang zo
naïef niet als het meisje in deze film. Regisseurs zien mij graag heel zwijgzaam
en stil, terwijl ik in het echte leven mijn mond niet kan houden. Het is
een romantisch beeld dat iedereen van mij heeft en waar ik voor de film
ook wel aan wil voldoen. Maar het is een ander, daar, op dat scherm. Dat
moet iedereen goed begrijpen."
Binoche's grote doorbraak kwam in 'The Unbearable Lightness Of Being', waarin
ze geldt als 'die ene ZONDER hoed', zoals ze wordt omschreven in filmencyclopedieën.
Daarna was het vooral de vorige jaar overleden Pool Kieslowski met 'Trois
Couleurs Bleu' die een belangrijk aandeel had in haar loopbaan. De reeks
filmmakers waarmee ze werkte, lijken zich allemaal op te houden in de marge
van de filmbizz. Godard, Kieslowski en Akerman, hun films zijn meestal bedoeld
voor fijnproevers.
"Hun oeuvre mag dan complex zijn; ze zijn dat zelf helemaal niet. Je moet
de maker niet verwarren met zijn werk. Daarbij heb ik de mazzel gehad om
in hun meest heldere en doorzichtige films terecht te komen. Deze van Akerman,
wat is daar ingewikkeld aan? Gewoon, een romantische komedie. Passend binnen
het rijtje 'When Harry met Sally', 'Four Weddings & A Funeral' en 'Jack
& Sarah'. Een lieve simpele mooie en begrijpelijke film hebben we ervan
gemaakt."
De grote oversteek naar filmmekka Hollywood heeft ze nog niet gewaagd, ook
al is haar Engels getuige haar rol in 'A Couch In New York' voorbeeldig.
"Ik heb een zoontje van drie die overal mee naar toe gaat. In Amerikaanse
producties krijgt hij meteen een eigen staf en zie ik hem drie maanden niet
meer. Europeanen kunnen daar veel beter mee omgaan. Hoewel wij veel sneller
een film moeten draaien dan aan de overkant van de oceaan, hebben we veel
meer tijd voor het menselijke aspect."
Toch maar een vraagje gewaagd over haar uiterlijk van die dag. Denkt ze
na over haar verschijning, over hoe ze er uit ziet, wat ze aantrekt? Ze
glimlacht slim. "Alles is techniek. Magie is vingervlugheid, toch? Toveren
bestaat niet, maar je kan de kijker wel zo bedriegen dat hij denkt dat hij
betoverd wordt. Ja, ik beheers de techniek van het acteren. Ik weet hoe
ik moet opvallen in een grote ruimte en hoe ik onzichtbaar moet worden.
Ik kan zo verdwijnen als ik dat wil. Maar techniek is ook kunst. Het is
niet alleen wat er op het doek komt, maar ook hoe je de kwast vasthoudt."
"Ik kies per moment wat ik wil zijn", zegt ze en laat zich rusten tegen
de bank die haar nu helemaal lijkt op te slokken. Boven haar lachen gebeeldhouwde
engeltjes op het behang en Lodewijks spiegels reflecteren haar beeld eindeloos
in tegenover elkaar liggende muren. "Voor mij is acteren een deur waar ik
door ga en die ik achter mij sluit als dat nodig is. Ik gebruik het waar
ik het nodig heb."
Foto: Woningruil doet wonderen voor Binoche, Hurt en hond
Première 10 oktober 1996
|