Week 52
1999

Vliegende walvissen en Donald Duck op een ark

'Fantasia 2000'

door Marco Weijers

Klassieke composities als inspiratiebron voor verschillende animaties, samengebracht in één speelfilm. Met het ambitieuze 'Fantasia' uit 1940 schurkte Walt Disney nadrukkelijk aan tegen de 'hogere kunst'. Dat werd geen onverdeeld succes. Toch kreeg de film in later jaren de status van invloedrijke Disneyklassieker. 'Fantasia 2000' borduurt voort op hetzelfde idee, maar vergroot het letterlijk uit.

Fladderende driehoekjes binden de strijd aan op de bekende noten van Beethovens Vijfde Symfonie. Een school walvissen kiest het luchtruim tijdens Ottorino Respighi's 'Pini di Roma' en even later wordt onder de klanken van Gershwins 'Rhapsody in Blue' het leven in het New York van de jaren dertig getoond. Vervolgens beleeft een tinnen soldaatje met slechts één been een bloedstollend avontuur op Sjostakovitsj' Pianoconcert No. 2 en haalt een excentrieke flamingo stunts uit met een jojo gedurende de finale van Saint-Saëns' 'Le Carnival des Animaux'. Mickey Mouse ziet zijn kunsten uit de hand lopen terwijl 'l'Apprenti-sorcier' van Dukas klinkt en Disney-collega Donald Duck helpt de oude Noach een handje op de wat pompeuze tonen van Elgars 'Pomp and Circumstance'. Tenslotte verrijst de natuur miraculeus uit de as wanneer het orkest de laatste maten van Igor Stravinksky's 'Vuurvogel Suite' inzet.

'Fantasia 2000' uit marketingoverwegingen vooralsnog uitsluitend uitgebracht op het immens grote IMAX-formaat is bepaald overweldigend. De film biedt uitzicht op een veelkleurig palet van vormen en stijlen: van klassieke tekenfilm-animatie tot door de computer gegenereerde beelden, van duidelijk grijpbare verhalen tot meer abstracte vertellingen.

De verschillende segmenten worden aan elkaar gepraat door beroemdheden uit de Amerikaanse entertainmentindustrie. Het oubolligheidgehalte van deze presentaties mag dan groot zijn, ze doen weinig af aan de kwaliteit van de afzonderlijke delen. Die is wisselend maar hoog. Charmante filmpjes voor jong en oud zijn het, die de imaginaire kracht van de composities waarop ze zijn geïnspireerd ten volle benutten.