Treurnis troef
in Nederlands café. De post wordt op een stapeltje gelegd,
de planten krijgen water. Gerard (Dirk van Dijck) is klaar voor de dag.
Zijn laatste. De lust tot leven is hem kennelijk vergaan. Een baan had
hij niet, vrienden evenmin. Toch wil hij afscheid nemen. In het
café, waar hij met andere stamgasten iets van een familiesfeer
voorwendde. Cineast Jos Stelling wil ze in 'No trains, no
planes' allemaal iets specifieks geven. De stoppelbaard van de morsige
eigenaar (Henry Garcin) geeft aan dat hij weinig moeite meer doet om
gastheer te spelen, zijn oude kelner struikelt te pas en te onpas met
volle dienbladen over het meubilair, een lusteloos echtpaar komt alleen
tot leven als er negatief commentaar geleverd kan worden en een
bijziende baas komt in Stellings' Cheers dagelijks zijn kelkjes
legen.
Katja Schuurman met filmvader
Henri Garcin in 'No trains no planes'.
En dan is er nog een hoertje (Ellen ten Damme), dat het
aanlegt met een hitsige Duitse gangster en een oudere jongere, in de
persoon van Kees Prins. Hij brengt een vleugje Jiskefet, zoals Peer
Mascini zijn sketches met de Melkunie-koe van Stelling mag
variëren met een hond. Dat filmdebutante Katja Schuurman de sfeer
van televisiesoap versterkt is niet haar schuld. Met het klingelen van
de deurbel als belangrijkste motivatie voor nieuwe ontwikkelingen weet
Jos Stelling zijn personages geen moment iets van diepgang te
geven.
Na de kille publieke ontvangst van zijn kostbare epos 'De
Vliegende Hollander' wilde hij kennelijk iets toegankelijkers maken,
maar menselijke emoties zijn nooit de basis van zijn films geweest.
Stelling is een kunstenaar, een schilder van filmtaferelen, waarin
personages decoratieve onderdelen zijn. Hij riep in bijzondere
werkstukken als 'De Illusionist' en 'De Wisselwachter' werelden op uit
details en poëtische associaties. Kiest hij voor alledaags
realisme, zoals in 'No trains, no planes', dan komt hij (nog) niet
verder dan een registratie van aangezette banaliteiten. Goed nieuws in
slechte tijden: Katja is ook zonder krullen lief.
Eric Koch