02-02-2002
Majestueus
decor
door
Frank Roos
AMSTERDAM
- Het wordt een majestueus tafereel. De enorme, sierlijk
beschilderde luiken van het orgel vouwen zich open. Een
aanzienlijk aantal van de 5005 pijpen blaast enthousiast
als daaronder synchroon de deuren van de kerk wijken voor
de kroonprins en zijn geliefde.
De Nieuwe Kerk heeft dan even haar oorspronkelijke functie
terug. Als godshuis is ze nog zelden in gebruik. De bekendste
kerk van Amsterdam verloor de erediensten prompt na de lange
reeks van jaren die de restauratie in beslag nam. Slechts
bij uitzondering klinkt sindsdien nog een stem vanaf de
preekstoel. Een kerk bleef het gebouw in zijn uiterlijke
verschijning onverminderd.
Als
het paar tussen de volle rijen genodigden naar voren treedt
tot aan het geelkoperen hek van het hoogkoor, komt de Nieuwe
Kerk tot volle glorie. Groots en indrukwekkend manifesteert
het interieur zich.
Het
contrast met de buitenkant kan niet groter zijn. Geen prominente
plaats midden op het plein dat wel als het middelpunt van
Nederland beschouwd wordt. Bescheiden heeft het gebouw een
plek in de schaduw van het Koninklijk Paleis. De aanbouw
verstopt de kerk, die zich ervoor lijkt te schamen dat een
bekroning ontbreekt. Een toren is er nooit gekomen.
Het
gemis van carillonklanken uit een eigen toren kan de enig
denkbare dissonant bij de huwelijksinzegening zijn. Geen
toren, geen klokkenspel. Halverwege de zeventiende eeuw
werd een fundament van meterslange houten palen gelegd en
zelfs was de beiaardier al benoemd. Machtsstrijd tussen
kerk en stadsbestuur en bezuinigingen dwarsboomden de grootse
plannen echter.
Ondanks
dit weeffoutje prijst Ernst Veen, directeur van de stichting
De Nieuwe Kerk, zonder voorbehoud zijn tentoonstellingsgebouw
aan als dé culturele etalage in het hart van Amsterdam.
De directeur van de stichting De Nieuwe Kerk maakte er de
drukst bezochte kerk in het land van. Exposities van kunstschatten
uit alle hoeken van de wereld trekken massa's bezoekers.
Andere gewilde tentoonstellingen laten aspecten van de Nederlandse
cultuur en historie zien.
Welke
kunstwerken er ook te gast zijn, niets doet afbreuk aan
het decor van de goed geconserveerde, oorspronkelijke kerk.
Dat heeft overigens door de eeuwen heen allerlei aanpassingen
ondergaan. Beproefd door branden en door de ommezwaai van
uitbundig katholieke naar sober protestantse inrichting,
kreeg de Nieuwe Kerk haar huidige aanzien, dat van de gotische
bouwstijl.
De
vroegste versie van de tweede kerk van het toen nog bescheiden
Amsterdam, verrees in 1408. Wat sindsdien als Oude Kerk
geldt, werd rond die tijd snel te krap voor de groeiende
schare parochianen. Een rijk koopman schonk zijn boomgaard
en een flink bedrag om de nieuwbouw te verwezenlijken.
Leeg
is de kerk op haar mooist, bekent Ernst Veen zijn voorkeur.
"Een grootsheid en schoonheid! Als er geen exposities
zijn, geniet ik het meest. Dan realiseer je je ten volle
hoe dit in de vijftiende eeuw door mensenhanden gebouwd
is. Zo groot en toch zo intiem. Hoe die ingetogen protestanten
ertoe konden beslissen dat imposante koorhek te laten ontwerpen!
Een van de mooiste in de wereld."
"Zie
het houtsnijwerk van de kansel. Dat heeft nergens zijn weerga.
Het hoofdorgel met de beschildering van Van Bronckhorst
- een leerling van Rembrandt. Het was goed om dit gebouw
als levendig cultuurcentrum terug te geven aan de gemeenschap."
Voor
de inzegening van het koninklijk huwelijk is het tentoonstellingsgebouw
weer helemaal kerk. Daaraan bestond na de snelle ontkerkelijking
in de hoofdstad eind jaren zeventig toch nog onverwacht
geen behoefte meer. "Het zou triest zijn als na de
complete restauratie voor dit gebouw geen nieuwe bestemming
was gevonden, maar we moeten nooit vergeten dat hier een
altaar heeft gestaan", benadrukt Ernst Veen. "Er
kan hier veel, van lezingen tot concerten, maar omdat het
toch altijd kerk blijft, staan we sommige dingen niet toe.
Een verzoek voor de presentatie van auto's heb ik afgewezen."
Veen,
die nauwe banden met het koningshuis onderhoudt, stelt de
Nieuwe Kerk met veel genoegen beschikbaar voor de plechtigheid.
"Het wordt in alle opzichten een prachtig ogende dienst.
Bij de presentatie daarvan ben ik nauw betrokken. Iedereen
moet volop van dit gebouw kunnen genieten. Het licht, de
liturgie, elk element moet daaraan bijdragen."
Hij
denkt intensief mee met allerlei aspecten van de historische
gebeurtenis. "Als bewoner van dit huis stel ik de hoogste
eisen aan de inrichting tijdens de plechtigheid. Daarom
let ik erop dat bijvoorbeeld stijlvolle stoelen gebruikt
worden, dat in alle kroonluchters echte kaarsen branden
die niet kunnen lekken. We hebben in Duitsland een soort
vingerhoedje ontdekt, dat alle 316 kaarsen het druipen belet.
Details zijn een enorme zorg."
De
kerk aan de Dam maakt niet voor het eerst een historische
gebeurtenis van het koningshuis mee. Tot nu toe bleef dat
twee eeuwenlang beperkt tot inhuldigingen van vorsten en
vorstinnen. Sinds de plechtige beëdiging van Koning
Willem I in 1814 werd dat traditie.
In de Grondwet staat dat de inhuldiging van de soevereine
vorst in de hoofdstad dient plaats te vinden en daarbij
stond de Nieuwe Kerk niet meer ter discussie. De kerkelijke
inzegening van een koninklijk huwelijk is voor de Nieuwe
Kerk echter een primeur. Voor het huwelijk van kroonprinses
Beatrix en Claus werd de Westerkerk gekozen.
Met
de gelegenheidstentoonstelling 'Ja, ik wil!' heeft de gastheer
zich al grondig op de ceremonie voorbereid. Het historische
knielbankje waarop vroegere Oranjeparen bogen bij het afleggen
van de eed op de huwelijkse trouw, was er al te zien. Inmiddels
is dat grondig afgestoft en zijn de sierlijk geborduurde
kussens voor de jonge koninklijke knieën ververst.
Opnieuw
zal het hoofdorgel klinken. Het pronkstuk van de kerk was
al ten tijde van de constructie omstreden. Orgelspel zou
kerkgangers verlokken tot zondige gedachten, verkondigden
strenge predikanten, die wellicht bevreesd waren voor alles
wat van hun preek zou afleiden. Daar tegenover stond de
lichtzinniger maar praktische opvatting dat orgelconcerten
publiek uit de kroegen zouden weghouden.
De
waarschuwing van dominee Calckmann in 1641 dat de orgelklanken
de gedachte aan 'vleeschelijke lusten' zou opwekken, zal
de muziek niet doen verstommen. Ook destijds haalden Amsterdamse
kerkgangers de schouders op over dergelijke religieuze scherpslijperij.
Bij
de minste zonnestraal werpen eerdere generaties Oranjes
een kleurrijk schijnsel over de plechtigheid. In het noorder-
en zuiderdwarsschip staan zij in glas verbeeld. Vanuit hun
hoge positie lijken Wilhelmina, Juliana van Stolberg en
Willem de Zwijger als getuigen in gebrandschilderde ramen
hun zegen over het huwelijk te stralen.