02-02-2002
Beursgebouw kroon op werk Berlage
door
Frank Roos
AMSTERDAM - Robuust en onverzettelijk oogt het paleis
van de Nederlandse kooplieden aan het Damrak. Massief en
ontoegankelijk. Van buiten een lompe klomp steen. Niet een
plek waarvoor de waardering steeds groot was. Zelfs te zakelijk
voor de zakenlui die er huisden. Nog tijdens zijn leven
moest bouwmeester Berlage de roep om afbraak horen.
Dat de Beurs van Berlage ooit de plaats zou zijn voor een
vorstelijk huwelijk was bij de bouw, iets meer dan een eeuw
geleden, dan ook niet voor te stellen. Toch wordt het niet
de eerste feestelijke gebeurtenis in wat nu vooral een publiek
gebouw is en vanaf vandaag ook een 'huis der gemeente' waarin
huwelijksvoltrekkingen plaatsvinden.
"De
ceremonie hier duurt niet langer dan een half uur. In die
korte tijd moet het gebouw bewijzen dat het ook hiervoor
de uitgelezen plek is." Directeur Guus Bakker is trots
op de beurs die al lang erkend wordt als de kroon op het
werk van Hendrik Petrus Berlage. "Dit gebouw is mede
gekozen omdat het zo ontzettend mooi is."
De
stemming op de beursvloer was al gauw na de opening in 1903
ongunstig. Het was er te warm of te koud en de indeling
was onpraktisch. Alarm over scheurende wanden stelde de
critici snel in het gelijk.
De
zompige bodem van het gedempte Damrak was debet aan de voortdurende
fluctuaties van de kolos. Bouwtechnici wisten de schade
te beperken. Pas na een halve eeuw werd een grondige funderingsoperatie
onvermijdelijk. Er werd driftig gespeculeerd over het voortbestaan
van Berlages schepping.
Niet
lang daarna verstomde geleidelijk het dagelijks geroezemoes
op de diverse markten die er onderdak hadden. De graanbeurs,
de zuidvruchtenbeurs en de schippersbeurs werden overbodig
sinds telex en telefoon overal beschikbaar waren. De aardappeltermijnmarkt
en de valutamarkt hielden het nauwelijks langer vol.
Toen
van een echte koopmansbeurs allang geen sprake meer was,
groeide de waardering voor de schoonheid van de bijna lege
huls. Op de kantoorwanden na stond het complex leeg. Interesse
voor de architectuur en de monumentale status als bescherming
konden niet voorkomen dat de beurs hol klonk: de zalen bleven
leeg. Talloze nieuwe bestemmingen werden geopperd en vielen
net zo snel weer af.
Zelf
had Berlage voorzien dat zijn beurs ooit haar bestemming
zou verliezen. Een toekomst als reusachtig gemeenschapshuis
was de optie van de architect. Een "Palazzo Pubblico"
noemt Guus Bakker de functie die Berlage voor ogen heeft
gestaan.
Bakker
heeft voor het complex, dat officieel 'Beurs van Berlage'
heet, het Italiaanse begrip weer opgediept. "Berlage
kende de Zuid-Europese stadhuizen die een sterk openbaar
karakter hebben. Hij liet wel eens doorschemeren dat hij
zo'n publiek domein bij de beurs altijd voor ogen had."
De
beurs stond nagenoeg leeg toen Bakker er tien jaar geleden
mee te maken kreeg. "Het was een dooie boel. Van alles
was geprobeerd. Het Centrum voor Industriële Vormgeving
zou er komen. En het Architectuurinstituut. De assurantiebeurs
wilde uitbreiden maar verbouwen mocht niet. Lange tijd had
niemand enig idee wat wél mocht."
Bakker:
"Ik geef toe: het was lastig er een bestemming voor
te vinden. Het gebouw heeft veel beperkingen: je mag er
geen spijker aan vertimmeren, de akoestiek is slecht, verwarmen
is ontzettend duur en zeker aan de Damrakkant ziet het er
bepaald niet uitnodigend uit."
"Het
bruidspaar komt straks door de oorspronkelijke hoofdingang.
Die is doorgaans buiten gebruik omdat de andere zalen niet
goed bereikbaar zijn. Na het huwelijk zal iedereen dus wel
denken dat de entree aan het Beursplein ligt", verzucht
Bakker. De logistiek bezorgt hem altijd weer hoofdbrekens.
De
eenvoudige zaal van de goederenbeurs was ook niet bij voorbaat
een ideale trouwzaal. Bij de inrichting voor de plechtigheid
diende zich direct het probleem aan dat het bruidspaar bij
een gelijkvloerse opstelling voor de gasten onzichtbaar
zou worden. Toch moest een 'toneelvoorstelling' per se worden
vermeden. Dus geen podium en geen tribunes.
De
oplossing werd gevonden in een lichte verhoging waarop Willem-Alexander
en Máxima voor de burgemeester van Amsterdam verschijnen.
Guus Bakker laconiek: "Bij de meeste huwelijken moet
je je best doen om het bruidspaar te zien en dat zie je
toch op de rug. Dus zeiden we bij dit probleem: laten we
het niet ingewikkeld maken. Wie niet vooraan zit, moet wat
meer zijn nek uitsteken."
"Natuurlijk
wil elke aanwezige alles kunnen zien, maar dat kan niet.
En tenslotte heeft het moment een sterk privé-karakter.
Uiteraard zijn er honderden gasten, staan er tv-schermen
en camera's. Je mag echter niet vergeten dat het leuk moet
zijn voor het bruidspaar zelf."
Ook
op andere punten besloten alle betrokkenen het niet bont
te maken. Bakker: "Geen zee van bloemen, geen ingewikkelde
constructies. Geen concessies aan het eigen decor van de
zaal. Wel mooi licht dat de kwaliteit benadrukt."
"Niet
de details, maar de symbiose van elementen maakt het tot
een kunstwerk", weet Guus Bakker. "Alles grijpt
in elkaar. De regisseur Berlage smeedde het samen tot een
kroonjuweel. Voor de beurs is de huwelijksvoltrekking de
bevestiging van wat we de afgelopen jaren verricht hebben.
Hier zijn tentoonstellingen te zien, soms over architectuur,
soms over de Hema. Openbare debatten worden afgewisseld
door het bokbierfestival, feesten en congressen. Jaarlijks
hebben we 200.000 gasten. Het is werkelijk een Palazzo Pubblico
waarin een vorstelijke trouwerij niet misstaat. We kunnen
de hele wereld laten zien dat we erin zijn geslaagd voor
dit lastige gebouw een passende bestemming te vinden."