Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuwsZoeken

31-03-2001
Prins is er klaar voor

door Jan-Kees Emmer

DEN HAAG - Ooit verwees prins Willem-Alexander naar het feit dat zijn vader pas op 39-jarige leeftijd in het huwelijk trad met zijn moeder, toen hem gevraagd werd of hij haast had met het vinden van een bruid. Hij gunde zich dus voldoende tijd om een goede vrouw te vinden. Nu is het zover. Nog voor hij 34 jaar is, staat hij op het punt in het huwelijk te treden met de mooie Máxima Zorreguieta. En de prins lijkt er klaar voor. Zijn wilde jaren zijn achter de rug en de afgelopen paar jaar heeft hij een snelle ontwikkeling doorgemaakt van een twintiger die nog niet goed weet wat zijn rol is tot een zelfbewuste dertiger die internationaal respect afdwingt als waterdeskundige. Wie is de Prins van Oranje?

Met stevige tred stapt prins Willem-Alexander naar het spreekgestoelte in het mediterraan aandoende gebouw in de Mozambiquaanse hoofdstad Maputo. Zijn komst heeft de ministers van Infrastructuur van heel zuidelijk Afrika bijeengebracht. Samen spreken ze over hoe in de toekomst grote overstromingen te voorkomen. En voor het eerst slaan ze spijkers met koppen. Ze gaan de strijd met het water samen aan. Een historisch moment.

"Kijk dat is nu de kracht van prins Willem-Alexander", zegt een toehoorder bij de conferentie. "De combinatie van zijn deskundigheid en zijn positie als troonopvolger maken dat hij in staat is bruggen te bouwen en compromissen af te dwingen. De ministers hier durfden gewoon niet voor zijn ogen te falen.". De eerste zoon van koningin Beatrix en prins Claus heeft het voor hij zich op advies van zijn vader toelegde op het waterbeheer niet altijd even gemakkelijk gehad. De verwachtingen waren hooggespannen en niet altijd kon de jonge prins daar aan voldoen. Dat maakte dat er soms berichten in de media verschenen waarin hij werd neergezet als een intellectueel lichtgewicht en losbol. Prins Pils werd hij soms genoemd. Pas vorig jaar kwam de ommezwaai. Met name zijn optreden tijdens het Tweede Wereld Water Forum in Den Haag heeft veel respect afgedwongen. Op gewiekste wijze wist hij de openingsceremonie te redden op het moment dat een aantal Spaanse actievoerders het evenement trachtte te verstoren.

De vreugde in Nederland is groot als prins Willem-Alexander op 27 april 1967 in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht 1967 ter wereld komt. Voor het eerst in ruim een eeuw is er weer een mannelijke Oranje-telg en op termijn dus weer een koning. Nederland heeft massaal meegeleefd. In Amsterdam, waar koningin Juliana en prins Bernhard laat op de avond van de geboorte zelfs nog even op het balkon van het Paleis op de Dam verschijnen, is een uitzinnige menigte op de been. En niet alleen daar. Alleen al bij de studentensocieteit Minerva, de studentenvereniging waarvan de kersverse prins later zelf ook lid zal worden, sneuvelen op die avond tienduizend bierglazen. De jonge prins groeit samen met zijn broers prins Johan Friso en prins Constantijn tamelijk beschermd op in Kasteel Drakensteyn in Lage-Vuursche. Daar volgt hij ook het lager onderwijs op de Nieuwe Baarnseschool in Baarn.

Naar Den Haag. Veel verandert in het leven van de prins wanneer zijn moeder op 30 april 1980 wordt ingehuldigd als Koningin der Nederlanden. Alexander wordt als oudste kind de eerste troonopvolger en verwerft daarmee de titel Prins van Oranje. Een titel die sinds 1815 aan de oudste zoon van de koning(in) is voorbehouden. De troonsbestijging van Beatrix maakt ook een einde aan het idyllische leven op Drakensteyn. Het gezin verhuist in 1981 naar paleis Huis ten Bosch. Eenzame dame. In Den Haag vervolgt de Prins van Oranje zijn schoolopleiding aan het Eerste Vrijzinnig Christelijk Lyceum. Uiteindelijk maake hij zijn middelbare schoolopleiding af aan het Atlantic College te Llantwit Matjor in Wales. Een school met 350 leerlingen uit 53 landen. Hier gaat het om meer dan alleen maar het halen van een Internationaal Baccalaureaat (een internationale versie van het vwo-diploma). De leerlingen moeten ook diensten verlenen.

Zo bezoekt de Prins van Oranje wekelijks een eenzame oude dame en geeft hij zwemles. De volgende stap is de universiteit, maar eerst gaat hij in militaire dienst. Na enige maanden opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Den Helder dient de prins aan boord van de fregatten Hr.Ms. Tromp en Hr.Ms. Abraham Crijnssen. Maar ook na zijn afzwaaien in 1987 blijft de prins nauw betrokken bij de krijgsmacht. In 1994 volgt prins Willem-Alexander gedurende een aantal maanden colleges bij het Instituut Defensie Leergangen, waarbij het accent ligt op aspecten van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht. Ook brengt de prins werkbezoeken aan onder meer het Korps Mariniers en de Koninklijke Marechaussee. In 1995 en 1996 bezoekt prins Willem-Alexander de in Bosnie gestationeerde troepen, het Nederlands-Duitse legerkorps en woont een NAVO-oefening in Noorwegen bij.

In 1987 gaat hij naar Leiden om geschiedenis te studeren. De studie van de prins omvat vakken als algemene en vaderlandse geschiedenis, economische geschiedenis, staatkunde en staatsrecht, recht van de Europese gemeenschappen, volkenrecht, mensenrechten en economie. Gedurende zijn studie woont de prins met enkele studievrienden aan het Rapenburg. De prins sluit zijn studie af met een scriptie over de Nederlandse reactie op het besluit van Frankrijk (onder president De Gaulle) om uit de geintegreerde commandostructuur van de NAVO te treden. In 1993 slaagt de prins voor zijn doctoraal examen geschiedenis. Na zijn afstuderen in 1993 behaalt de prins het groot militair vliegbrevet bij het 334 Transportsquadron van de Koninklijke Luchtmacht. De man van wie hij de liefde voor het vliegen heeft geerfd, zijn grootvader prins Bernhard, reikt hem dit brevet uit.

Sinds hij afgestudeerd is, bereidt de prins zich nadrukkelijk voor op zijn taak als koning. Daarbij hoort ook het vertegenwoordigen van het Koninklijk Huis bij officiele evenementen. In het najaar van 1994 en het voorjaar van 1995 neemt de prins deel aan tal van herdenkingen van de bevrijding van Nederland vijftig jaar eerder. Buitenland. Ook in het buitenland treedt de prins officieel op. Regelmatig is hij namens de Koningin bij internationale gelegenheden. In 1990 vertegenwoordigt hij de Koningin bij de troonsbestijging van de keizer van Japan. In 1991 is hij aanwezig bij de crematie van de vermoorde Indiase premier Rajiv Gandhi. In mei 1994 woont de Prins van Oranje de beediging bij van Nelson Mandela als eerste zwarte president van Zuid-Afrika. De prins vergezelt de Koningin verder op staatsbezoeken aan onder meer Japan, Zuid-Afrika, Indonesie en China.

Al in 1987 heeft de prins zelf een officieel bezoek gebracht aan Thailand en in 1988 aan Japan. De prins legt in het najaar van 1996 een officieel bezoek af aan Sint Petersburg in het kader van het Peter de Grote-jaar. In januari 1997 bezoekt hij Australie en Nepal en in het voorjaar van 1998 Brazilie. Verder is de prins onder meer aanwezig bij de William and Mary-herdenking in het Verenigd Koninkrijk in 1988, bij de herdenking van Victory in Europe te Parijs in 1995 en bij de opening van de Frankfurter Buchmesse in 1993. Naast zijn officiele verplichtingen brengt prins Willem-Alexander vele werkbezoeken aan overheidsinstellingen als provincies, gemeenten en waterschappen.

De prins orienteert zich verder op het binnenlands bestuur en justitie en op het functioneren van politiek Den Haag. Ook stelt hij zich op de hoogte van het werk van brandweer en politie. Sportliefhebber. De Prins van Oranje is een groot sportliefhebber. Niet alleen woont hij als supporter veel belangrijke sportwedstrijden van de Nederlandse nationale ploegen bij. Ook zelf is hij regelmatig aan het sporten. Paardrijden is daarbij een van zijn favoriete sporten, maar ook loopt hij nog steeds hard. De meeste indruk in sportief opzicht maakt de prins in 1986 wanneer hij relatief onvoorbereid de Friese elfstedentocht weet uit te rijden. Om hem zo lang mogelijk anoniem te houden is hij ingeschreven onder de naam W.A. van Buren.

Lang duurt deze relatieve rust niet. Al bij de aankomst in Harlingen wordt hij luid toegezongen. Hartverwarmend zijn de taferelen 's avonds bij de finish, wanneer de uitgeputte prins recht in de armen van zijn moeder schaatst. De enorme passie voor sport maakt hem een geziene gast bij verschillende Olympische Spelen. In eerste instantie deed hij dat als beschermheer van het Nederlands Olympisch Comite, maar sinds februari 1998 is de prins lid van het Internationaal Olympisch Comite. Daar houdt hij zich onder andere bezig met de promotie van sport in de wereld. Flying doctors. Een andere grote interesse van de prins de luchtvaart.

Al in 1985 haalt hij het brevet privevlieger tweede klasse en in 1987 komt daar het vliegbewijs B-3 bij. In de zomervakantie van 1989 vliegt de prins als vrijwilliger voor de medische hulporganisatie Amref, ook wel bekend als de Flying Doctors. Hij beleeft daar de tijd van zijn leven. Aan deze prachtige tijd zou voortijdig een eind zijn gekomen toen zijn moeder een rapport onder ogen kreeg waarin vermeld stond hoe gevaarlijk de vliegomstandigheden in de binnenlanden van Afrika wel niet zijn. Dat weerhoudt Alexander er echter niet van om ook vorig jaar, tijdens een bezoek aan Amref/Flying Doctors, waarvan hij inmiddels het beschermheerschap heeft overgenomen van zijn prins Bernhard, weer zelf de stuurknuppel ter hand te nemen.

Duidelijk in zijn element toert hij met een klein gevolg langs verschillende projecten in Kenia. Nog het meest genietend van de momenten dat hij als vliegenier hoog in de lucht de ultieme vrijheid beleeft. Om zijn brevetten te kunnen handhaven, vliegt de prins met het regeringsvliegtuig en is hij verkeersvlieger bij de KLM. Vorig jaar vertrouwde hij deze krant toe: "Ik ben verkeersvlieger bij de KLM en dat wil ik zo lang mogelijk blijven. Er komt een tijd dat het niet meer te combineren valt, maar tot die tijd blijf ik actief."

© 2002 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden