Dinsdag 17 augustus

Platte puinhoop van beton en staal
Buitenlandse hulp komt snel op gang

Platte puinhoop van beton en staal

Muzaffer Yarla ligt haast in coma op een brancard op straat in een zwaar getroffen buitenwijk van Istanboel. "Hoe veel dode familieleden heb ik?," jammert hij. "Ik ben zo bang dat het er heel veel zijn." De circa vijftigjarige vader van vier kinderen werd vanaf zijn balkon de straat in geslingerd toen het zeven verdiepingen hoge flatgebouw waarin hij woonde als een kaartenhuis in elkaar zakte en zijn vrouw, drie kinderen en schoondochter bedolf.

"God is de enige die het weet, maar er is weinig hoop", antwoordt een politieman, terwijl hij wijst naar de platte puinhoop van beton en verwrongen staal die nog van Muzaffers flatgebouw over is.

Intussen proberen reddingswerkers wanhopig in een race tegen de klok slachtoffers onder het puin vandaan te halen. Een bulldozer pikt met zijn brede metalen kaken een puntgave lijst met een foto van een meisje met een paardenstaat op. Enige tijd later stopt het gevaarte als het stuit op een paar blote, levenloze voeten die uit het puinhopen steken.

"Mijn Halil, mijn Halil, is dit de manier om dood te gaan", schreeuwt een vrouw als de gruwelijke ontdekking als een lopend vuurtje langs de vrouwen achter de politieafrastering is gegaan.

Bewoners van een ander appartementenblok hebben meer geluk. Hun faltgebouw is zijwaarts ingestort zodat zij in de kleine smalle ruimten tussen het puin hebben kunnen overleven.

"Ik wil mijn mammie, waar is mijn mammie!", schreeuwt de vijf jaar oude Mohammed, als een brandweerman hen uit de puinhopen draagt. De jongen, zijn gezicht geschaafd en met een stoffige pyjama, huilt onophoudelijk terwijl hij in de ambulance wordt gezet.

In het Avcilir-district aan de verpauperde randen van Istanboel roept de zesjarige Memet tussen de brokstukken van wat eens zijn ouderlijk huis was. "Help me, ik ben nog in leven." Zijn geschreeuw gaat bijna verloren in het rumoer van wanhopige overlevenden en de bulldozers van de reddingswerkers. "Ik ben hier!", roept de jongen nog eens. Een reddingswerker pakt zijn hand. "O, dank u", zucht de jongen terwijl de tranen over zijn wangen stromen. Snel daarna is hij vrij en huilt in de armen van zijn moeder.

Soortgelijke ten hemel schreiende taferelen doen zich ook in de andere getroffen Turkse steden voor: terwijl burgemeester Ismail Barvan van de zwaar getroffen stad Gölcük met zijn medewerkers overlegt, wordt hij aangeklampt door een vrouw op blote voeten. "Je stuurde vier mensen naar dat gebouw en niemand om mijn man te redden", schreeuwt ze. De overheid doet alles wat in haar vermogen ligt, maar de hulp is gezien de omvang van de ramp lang niet toereikend.

De meeste hulp komt van buren en familieleden, die vechten om mensen vanonder het puin te redden. Zeelieden van de nabijgelegen marinebasis zijn met houwelen en scheppen aan komen zetten, maar zij hebben ook hun eigen zorgen omdat op hun basis tientallen mensen onder het puin bedolven liggen.

In de loop van de dag verzamelen zich veel inwoners op straat, in een park en bij een vernield winkelcomplex in de hoop informatie te krijgen over vermisten. "Mijn vriend werd dood uit deze gebouwen gehaald'', zegt de 17-jarige Emre Kapiskay, terwijl hij probeert zijn tranen te verbergen. ,,De afgelopen nacht was iedereen in paniek. Wij bleven rennen, maar de wegen waren door puin geblokkeerd zodat we terugrenden.''

Naschokken blijven Gölcük en de zenuwen van de overlevenden teisteren. Het Kandilli Observatorium maakte gisteren melding van ten minste 250 naschokken in het gebied. ,,Ik heb geen verwondingen, maar ik heb angst, veel angst'', zei Suna Tura, terwijl zij rouwt over de dood van haar broer en nicht, en in afwachting was van het lot van haar tante.

,,Ze kunnen de stemmen van mijn moeder en mijn zusje horen, maar over mijn vader en broer weten ze niets'', zei Arsu Yilaz, terwijl zij naar de reddingswerkzaamheden in de wijk Avcilar van Istanboel stond te kijken. Een vijfjarig meisje werd ongedeerd uit het puin te voorschijn gehaald.

Buitenlandse hulp komt snel op gang

Buitenlandse hulporganisaties zijn gisteren onmiddellijk in actie gekomen na het nieuws over de rampzalige aardbeving in Turkije. Gisteravond waren de eerste Russische en Zwitserse reddingsteams al ter plekke. Ook Griekenland, Japan, Frankrijk, Israël, de Verenigde Staten en Iran boden onmiddellijk hulp aan.

De premier van de Turkije's aartsvijand Griekenland, Kostas Simitis, heeft alle hulpdiensten gevraagd klaar te staan om zonodig Turkije te helpen. Drie vliegtuigen met hulpgoederen zijn gereed om te vertrekken. De burgemeester van Athene riep zelfs de vijf miljoen inwoners op dekens, voedsel en kleding voor de Turkse slachtoffers te verzamelen.

Frankrijk stuurde gisteren direct 60 reddingswerkers met snuffelhonden. De Israëlische ambassade meldde dat de Israëlische president Ezer Weizman hulp had aangeboden. Ook Duitsland bood teams met speurhonden aan om te assisteren bij de zoektocht naar mogelijke overlevenden. Bovendien stuurt Berlijn voor een miljoen mark noodhulp, aldus minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer.

De VN-secretaris-generaal, Kofi Annan, beloofde eveneens hulp en condoleerde het Turkse volk. De Amerikaanse president Bill Clinton wees erop dat de voorzitter van de Amerikaanse Chefs van Staven, generaal Henry Shelton, zich in Ankara bevond op het moment van de aardbeving en militaire steun voor reddingsoperaties had aangeboden.

Het Internationale Rode Kruis zei dat ruim 14 miljoen gulden nodig is om de eerste nood te lenigen voor de naar schatting 100.000 getroffenen. Een groot deel van Turkije ligt op de zogeheten Anatoliebreuk, waardoor zich regelmatig aardbevingen voordoen. Vorig jaar nog, op 27 juni, was er een beving in de Zuid-Turkse stad Adana en omgeving, waarbij 144 doden vielen en ruim 1500 gewonden.

Naar boven

Terug