En
weer kwam er een medaille bij. Pieter van den Hoogenband won
brons op de 50 meter vrije slag. Maar het was Inge de Bruijn
die opnieuw in de schijnwerpers stond. Zij zwom opnieuw een
wereldrecord, ook op de 50 meter vrij. Pech was er onder meer
voor Wilbert Pennings. Hij sprong niet hoog genoeg om zich te
plaatsen voor de finale. |
|
Inge
de Bruijn verbeterde opnieuw haar eigen wereldrecord
met 0,26 seconde. Een hele prestatie in één
baantje. De nieuwe tijd van 24,13 seconden zorgde er
voor dat de reputatie van De Bruijn weer een stukje
groeide, en dus werd zij de gedoodverfde favoriete voor
de gouden medaille. Wilma van Rijn was dat in ieder
geval niet. Zij sneuvelde in deze halve finales met
een tijd van 25,87.
|
|
De
nieuwe bronzen medaille van Pieter van den Hoogenband
stelde toch een beetje teleur. Hij moest helaas twee zwemmers
voor laten gaan. De Amerikanen Hall junior en Ervin tikten
allebei op hetzelfde moment aan. 21,98 was de tijd die
te snel bleek voor VdH. |
|
|
|
Het
Nederlands vrouwenwaterpolo-
team was favoriet voor goud. De nederlaag tegen de Verenigde
Staten verstoorde die Olympische droom. Hoewel nog niet
alles verloren was vonden de dames de kans op brons
toch wat pover na een paar jaar hard werken.
|
|
Ook
Dennis van der Geest maakte zijn favorietenrol niet waar.
De judoka verloor in de klasse tot honderd kilo van de
Chinees Pan, terwijl hij een groot deel van de wedstrijd
op voorsprong lag. Eerder verloor Van der Geest al van
de Rus Tmenov. |
|
|
|
Dolgelukkig
waren de Nederlandse hockeydames met het gelijkspel
tegen Duitsland. De wedstrijd was de laatste kans voor
de oranjevrouwen om de finaleronde te halen, en die
grepen ze op het nippertje. Coach Tom van 't Hek en
Minke Booy waren in ieder geval opgelucht.
|
|