De
eerste dag was redelijk goed, de tweede veel beter. Inge de
Bruijn won een gouden plak en ook bij de andere sporten ging
het over het algemeen voortreffelijk. Alleen de judoploeg en
de hockeysters stelden enigszins teleur. Kleine smetten op een
fantastische dag. |
|
'Inky'
de Bruijn zorgde voor spektakel in Sydney. De zwemster
behaalde een gouden medaille op de 100 meter vlinderslag
raakte door de zege "helemaal van mijn apro-dinges".
Ze verbrak en passant ook nog het wereldrecord met een
tijd van 56,61.
|
|
De
Bruijn's PSV-maatje Pieter van den Hoogenband deed het
ook goed. plaatste zich voor de finale van de 200 meter
vrije slag. Met een geweldige voorsprong van meer dan
een lengte tikte VdH aan. Ian Thorpe was wel iets sneller,
maar de finale moest nog komen. |
|
|
|
Het
werd duidelijk dat Leontien Zijlaard-van Moorsel haar
zinnen had gezet op goud. De Brabantse plaatste zich
met een olympisch en een wereldrecord voor de finale
van de 3 kilometer individuele achtervolging. De fabelachtige
tijd was 3.30,816.
|
|
De
plaatsing voor het olympisch toernooi was moeilijk geweest.
Daarom was het verrassend dat de Nederlandse volleyballers
redelijk makkelijk konden winnen van Cuba. De gevreesde
tegenstander werd opzij gezet met een 3-0 overwinning.
|
|
|
|
Het
Nederlands judoteam had pech. Patrick van Kalken en
Deborah Gravensteijn werden beiden vijfde en verdienden
dus geen medaille. De wil was er, maar de Nederlanders
kwamen net iets tekort om bij de bovenste drie te eindigen.
|
|
Het
moest, en dus gebeurde het, ookal was het moeilijk. De
waterpolovrouwen wonnen hun tweede wedstrijd tegen Kazachstan
met 8-6 en hielden zo hun kans op een hoge klassering.
Eerder werden de Nederlanders verrassend verslagen door
de Verenigde Staten.
|
|
|
|
Voor
de hockeysters begon het toernooi ronduit slecht. Het
onderschatte China versloeg Nederland met 2-1. De Chinese
muur was onbedwingbaar. Alleen Margje Teeuwen kon vlak
voor het eind nog een oranje doelpunt scoren. Het Nederlandse
kamp was in mineur.
|
|