Nederland sterk vertegenwoordigd
De paarden van de Nederlandse equipe die aan de Olympische Spelen in Sydney deelnemen, zijn wekenlang in quarantaine geweest. Eerst een paar weken in eigen land en na de reis op 22 augustus naar Australië ook daar nog een tijdje. De Australiërs zijn doodsbang dat de paarden allerlei ziekten bij zich dragen.
Bij de eerste Olympische Spelen die in Australië werden gehouden, die van 1956 in Melbourne, mochten de paarden zelfs helemaal het land niet in. De ruiters moesten voor hun wedstrijden uitwijken naar het Zweedse Stockholm.
Bondscoach Johan Heins heeft vier springruiters aangewezen voor Sydney: Jos Lansink (met Carthago Z), Jeroen Dubbeldam (Inter Access), Jan Tops (Roofs) en Albert Voorn (Lando). Voor Dubbeldam en Nederlands kampioen Voorn is het hun debuut op olympisch niveau. Lansink en Tops zijn er voor de vierde achtereenvolgende keer bij. In 1992 in Barcelona zaten beide ruiters in de Oranjeselectie die een gouden medaille veroverde.
Bij het concours hippique, evenals bij de dressuur, is Duitsland de belangrijkste kanshebber voor goud. Vier jaar geleden in Atlanta wonnen de Duitse springruiters het individuele en het landenklassement.
De eerste olympische kwalificatiewedstrijd in Horsely, even buiten Sydney, is 25 september. De landenwedstrijd volgt op 28 september. De individuele finale wordt traditiegetrouw op de laatste dag van de Spelen gesprongen.