Commissie erkent inschattingsfout

De parlementaire enquêtecommissie naar de Bijlmerramp erkent een inschattingsfout te hebben gemaakt toen zij informatie over vermeende gevaarlijke lading aan boord van het El Al-toestel naar buiten bracht. Zij zegt die gang van zaken zeer te betreuren.

De enquêtecommissie schrijft dat vrijdag 14 mei 1999 in een antwoord op Kamervragen over de kwestie van de "onder de pet gehouden" informatie. De 'onthulling' over de giftige vracht veroorzaakte een storm van verontwaardiging en commotie. Later bleek de stilgehouden informatie onjuist.

De commissie schrijft dat zij niet had verwacht dat de zaak zulke heftige reacties tot gevolg zou hebben. "Het had, achteraf gezien, op een andere wijze in de openbare verhoren aan de orde moeten worden gesteld," aldus de commmissie.

Tijdens de tweede verhoorweek citeerde commissielid Augusteijn een opgenomen telefoongesprek tussen El Al-medewerker H. Aaij en de luchtverkeersbeveiligers. Daarin zou de vrachtmedewerker hebben gevraagd gegevens over gif en gevaarlijke stoffen aan boord van het toestel te verzwijgen. Later bleek pas dat Aaij zich had vergist tijdens het voorlezen van de vrachtbrieven, de zogenoemde NOTOC's. De gevaarlijke lading was al uitgeladen op Schiphol.

Veel Kamerleden hadden zich erover verbaasd dat de commissie niet eerder had laten weten dat de informatie onjuist was. Daags na de onthulling was de commissie op de hoogte van de vergissing, zo blijkt uit het antwoord. Zij besloot dat echter niet naar buiten te brengen omdat haar eigen onderzoek naar de vrachtbrieven nog niet afgerond was. Daarom kon nog niet met zekerheid gesteld worden dat de lading geheel ongevaarlijk was.

De commissie heeft gewacht met het rechtzetten van de zaak totdat zij alle gegevens in huis had. Wel is de pers daags na de onthulling informeel op de hoogte gebracht. De commissie verdedigt haar handelswijze verder door te zeggen dat het voorlezen van de telefoontaps slechts bedoeld was om de handelwijze van de verkeersleiders aan de kaak te stellen.

Commissielid Van den Doel heeft eerder verklaard dat de commissie de kwestie eerder had moeten ontzenuwen. Ook de vrachtmedewerker van EL Al heeft in een brief aan de commissie excuses geëist van Augusteijn.